V2 - oefenen PW1

V2 - oefenen PW1
Deze LessonUp mag je zelfstandig doorwerken om te oefenen voor het PW. De volgende onderwerpen komen aan bod:

- de naamvallen: vorming en functie
- werkwoord: enkelvoud-meervoud
- persoonlijk voornaamwoord
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V2 - oefenen PW1
Deze LessonUp mag je zelfstandig doorwerken om te oefenen voor het PW. De volgende onderwerpen komen aan bod:

- de naamvallen: vorming en functie
- werkwoord: enkelvoud-meervoud
- persoonlijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

De naamvallen
vorming en functie

Slide 2 - Tekstslide

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
feminam
feminis
femina
feminas
feminae
feminis
feminae
femina
feminae
feminarum

Slide 3 - Sleepvraag

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
reges
regem
reges
rex

Slide 4 - Sleepvraag

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
gen. ev.
gen. mv.
donum
dona
donum
dono
donis
donorum
doni
dona
donis
dono

Slide 5 - Sleepvraag

Groep 2 M: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
dominos
domino
dominus
dominum
domini
dominis
domino
dominis
domini
dominorum

Slide 6 - Sleepvraag

Groep 1
(femina)
Groep 2
(servus/
donum)
Groep 3
(rex/
nomen)
silentium
custos
turba
pater
Romanus
puella
puer
caput

Slide 7 - Sleepvraag

Verbuigingsgroepen
Om te weten in welke verbuigingsgroep een woord zit kijk je naar de uitgang. In principe geldt de volgende regel:
- eindigt op -a > groep 1 (vrouwelijk)
- eindigt op -us (mannelijk) of -um (onzijdig) > groep 2
- eindigt op iets anders dan -a/-us/-um > groep 3  (mannelijk/vrouwelijk/onzijdig) 

Let op! puer is een uitzondering, die zit in groep 2 

Slide 8 - Tekstslide

Sleep alle functies en vertalingen naar de naamval waar ze bij horen.
nominativus
genitivus
dativus
accusativus
ablativus
Bijvoeglijke bepaling
Onderwerp
meewerkend voorwerp
lijdend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
vertalen met 'van'
vertalen met 'aan/voor' 
vertalen met 'met/door/in'

Slide 9 - Sleepvraag

Het werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

Servus clamat et pueros venire iubet.

Welk woord is een infinitivus?
A
servus
B
clamat
C
venire
D
iubet

Slide 11 - Quizvraag

vocat
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 12 - Quizvraag

portant
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 13 - Quizvraag

ponit
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

clamant
A
enkelvoud
B
meervoud
C
allebei
D
geen van beide

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de werkwoordsvormen naar het juiste vakje
pv 3e ev
pv 3e mv
infinitivus
vocat
necare
portant
audire
est
vident

Slide 16 - Sleepvraag

infinitivus (hele werkwoord)
3e persoon enkelvoud (hij/zij/het)
3e persoon meervoud (zij)
bibere
venit
clamant
lacrimare
vocat
sunt

Slide 17 - Sleepvraag

Vertaal: lacrimat.

Slide 18 - Open vraag

Vertaal: iacent.

Slide 19 - Open vraag

Vertaal: puer ridet.

Slide 20 - Open vraag

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 21 - Tekstslide

Ik
Jij
Hij
Wij
Jullie
Zij (mv.)
ego
eum
tibi
eos
me
vos
tu
nobis
is

Slide 22 - Sleepvraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord.

Deus eum videt.
A
Mij
B
Hij
C
Hem
D
Haar

Slide 23 - Quizvraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord.

Deus mihi dicit.
A
jou
B
aan mij
C
aan hen
D
hij

Slide 24 - Quizvraag

Vertaal het persoonlijk voornaamwoord.

Nos deos videmus.
A
wij
B
ons
C
jou
D
aan ons

Slide 25 - Quizvraag

eum
A
nom ev
B
acc ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 26 - Quizvraag

eae
A
nom ev
B
acc ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 27 - Quizvraag

tibi
A
acc ev
B
dat ev
C
acc mv
D
dat mv

Slide 28 - Quizvraag

me
A
acc ev
B
dat ev
C
acc mv
D
dat mv

Slide 29 - Quizvraag

nobis
A
acc ev
B
dat ev
C
acc mv
D
dat mv

Slide 30 - Quizvraag

 nom ev
 dat ev
 acc ev
 nom mv
 acc mv
 dat mv
ea
ei
eam
eae
eis
eas

Slide 31 - Sleepvraag

 nom ev
 dat ev
 acc ev
 nom mv
 acc mv
 dat mv
me
ego
mihi
nos
nobis

Slide 32 - Sleepvraag