G2b Latijn - de anti-meivakantiewegzak-herhaling

G2 Latijn - les 8
De eerste les na de vakantie: 
de 'anti-meivakantiewegzak-herhaling'
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

G2 Latijn - les 8
De eerste les na de vakantie: 
de 'anti-meivakantiewegzak-herhaling'

Slide 1 - Tekstslide

Doel(en):
- De lesstof weer activeren.
- Leerlingen kunnen de naamvallen herkennen/maken/vertalen.
- Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Latijn :
wat weet je nog?

Slide 3 - Woordweb

Persoonsvorm en infinitivus

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de werkwoordsvormen naar het juiste vakje
pv 3e ev
pv 3e mv
infinitivus
vocat
necare
portant
audire
est
vident

Slide 5 - Sleepvraag

Vertaal: puer ridet.

Slide 6 - Open vraag

Vertaal: iacent.

Slide 7 - Open vraag

Vertaal: lacrimat.

Slide 8 - Open vraag

Vertaal: feminae venire properant.

Slide 9 - Open vraag

De verbuigingsgroepen
VB1: filia
VB2: servus + donum
VB3 : homo, hominis + nomen, nominis

Slide 10 - Tekstslide

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
filiam
filiis
filia
filias
filiae
filiis
filiae
filia

Slide 11 - Sleepvraag

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
servum
servo
servos
servi
servus
servis
servo
servis

Slide 12 - Sleepvraag

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
dat. mv.
abl. ev.
abl. mv.
navibus
naves
navi
navis
navem
nave
naves
navibus

Slide 13 - Sleepvraag

Tot welk groep hoort femina?
A
filia
B
servus
C
donum
D
homo, hominis

Slide 14 - Quizvraag

Tot welk groep hoort mater, matris?
A
femina
B
servus
C
donum
D
homo, hominis

Slide 15 - Quizvraag

Tot welk groep hoort ventus?
A
femina
B
servus
C
donum
D
homo, hominis

Slide 16 - Quizvraag

Tot welke groep hoort templum?
A
servus
B
donum
C
rex, reges
D
nomen, nomina

Slide 17 - Quizvraag

Tot welke groep hoort iudex (rechter)?
A
servus
B
donum
C
homo, hominis
D
nomen, nomina

Slide 18 - Quizvraag

De naamvallen

Slide 19 - Tekstslide

Welke functie heeft de nominativus?
A
Onderwerp+naamw. deel
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 20 - Quizvraag

Welke functie heeft de dativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 21 - Quizvraag

Welke functie heeft de accusativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 22 - Quizvraag

Maak een (Nederlandse) zin
met een lv en meewerken vw.

Slide 23 - Woordweb

Welke functie heeft de ablativus?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 24 - Quizvraag

Maak een (Nederlandse) zin
met minimaal 1 bijwoordelijke bepaling

Slide 25 - Woordweb

acc
dat
nom
abl
patrem
feminas
matribus
iudicibus
feminae
servo
oratori
gladios
urbes
urbs
nomen

Slide 26 - Sleepvraag

Oefenen
1. Geef van elk woord aan hoe ze in de woordenlijst staan.
2. Geef van elk woord aan tot welke verbuigingsgroep het hoort.
3. Geef van de onderstaande zelfstandige naamwoorden naamval, getal en vertaal (in naamval en getal!)  

I. civibus (2x);   II. arbores (2x);    III. fratri;   IV. mater;   V. dei
VI. filio (2x);   VII. femina (2x);    VIII. regem;   IX. pueri;    X. aquam

Klaar? Maak het huiswerk voor vandaag + priegelen en vertaal T3

Slide 27 - Tekstslide