uitleggen dat de uitrekking recht evenredig is met de veerkracht;
aangeven of een veer stug of slap is;
de kracht en uitrekking bij een veer berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Veerkacht
Des te groter de uitrekking, des te groter de kracht.
Slide 3 - Tekstslide
De veerkracht
Als een voorwerp stil hangt dan geldt:
Fveer=Fz
Slide 4 - Tekstslide
Veren uitrekken
Recht evenredig verband
Slide 5 - Tekstslide
Verschillende veren - de veerconstante
x u
Fveer=C
Fveerde veerkracht in N
C de veerconstante in N/cm
u de uitrekking in cm
Slide 6 - Tekstslide
De veeconstante berekenen (van veer 2)
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag
Starten met §7.4 opgave 43 t/m 46, 48 en 49
timer
20:00
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld 1 Je hebt een veer van 10 cm. Als je een kracht van 170 N op een veer uitoefent wordt de lengte van de veer 17 cm. Bereken de veerconstante in N/cm.
Slide 9 - Tekstslide
Uitwerking vb 1
Geg: lengte veer = 10 cm Lengte veer eind = 17 cm
Fv= 170 N
Gev: C (N/cm)
For: C = Fv / u
Ber: u = Lengte veer eind - lengte veer
u = 17 cm - 10 cm. u = 7 cm
C = 170 N / 7 cm
C = 24,3 N/cm
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeeld 2 In je weegschaal zit een veer. Als je op de weegschaal gaat staan wordt deze veer 1,2 cm ingeduwd. De veerconstante van deze veer is 530 N/cm. Bereken je massa in kg.