4.8 BB / 4.6 KB Zwangerschap en geboorte

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom!

Kom rustig binnen en ga op je plek zitten

Telefoon in schooltas of telefoontas

Jassen in kluisje of aan de kapstok

Boek en/of laptop op tafel

BB nakijken // KB lezen: 4.6

Zwangerschap en geboorte

Terugblik

1. Hoe kun je een SOA oplopen?
2. Wat weet je nog van chlamydia?
3. Wat weet je nog van HIV/AIDS?

Leerdoelen

• Je kent de functies van de placenta en navelstreng
• Je kent de functies van de vruchtvliezen en het vruchtwater
• Je kent de drie fases van de bevalling 

BB: Zelfstandig maken 4.7 + herhalingsopdracht voortplantingsorganen man en vrouw

Hoe noem je het moment waarop de kern van de eicel versmelt met de kern van de zaadcel?

1. Ovulatie
2. Menstruatie
3. Bevruchting
4. Innesteling

Hoe noem je het moment waarop het klompje cellen zich hecht aan de baarmoederwand?

1. Innesteling
2. Bevruchting
3. Ovulatie
4. Menstruatie

Bevruchting en innesteling

Hoe zat dat ook alweer

Bevruchting en innesteling

Zwanger

• Als het klompje cellen is ingenesteld = de vrouw zwanger
• Klompje cellen groeit uit tot een embryo
• Embryo groeit uit tot compleet kindje
• Zo'n 38 weken na de innesteling wordt het kindje geboren

Placenta (moederkoek)

Eerste weken voedingsstoffen via baarmoederslijmvlies

Daarna via placenta: voedingsstoffen + zuurstof en afgifte afvalstoffen en koolstofdioxide

Placenta is met de navelstreng verbonden met het kindje

Vliezen en vruchtwater

• Om het embryo heen liggen vruchtvliezen
• Binnen de vruchtvliezen zit vruchtwater
• Vruchtwater beschermt tegen: stoten en uitdroging

Melkklieren

Tijdens de zwangerschap ontwikkelen de melkklieren zich

De borsten worden groter

De melkklieren gaan na de geboorte melk produceren

De geboorte

De bevalling bestaat uit drie fases:

1. De ontsluiting
2. De uitdrijving
3. De nageboorte

De ontsluiting

De bevalling begint met weeën: samentrekken van de baarmoederwand

De weeën komen in "golven"

Door weeën gaat de baarmoedermond open: ontsluiting

Door de ontsluiting breken de vruchtvliezen: vruchtwater stroomt weg 

De uitdrijving

De weeën worden krachtiger en worden persweeën (nu ook buikspieren)

De baarmoedermond is nu wijd genoeg (10 cm)

Persweeën duwen het kindje naar buiten: de uitdrijving

De uitdrijving kan enkele seconden tot een paar uur duren

Soms ligt de baby verkeerd om: stuitligging

De nageboorte

Nadat de baby is geboren, volgen de placenta + navelstreng + vruchtvliezen: dit heet de nageboorte

De nageboorte komt ongeveer 15 minuten nadat de baby is geboren

Een arts controleert of de nageboorte compleet is

De baby na de geboorte

• Restjes slijm worden uit de mond gehaald: kan de baby beter ademhalen
• Huilen is een goed teken: de ademhaling is op gang gekomen
• De navelstreng wordt afgeklemd en doorgeknipt
• Het stukje navelstreng dat blijft zitten droog in en valt er af: je navel is het litteken

In welke fase van de bevalling wordt de baby geboren?

1. Fase 1: ontsluiting
2. Fase 2: uitdrijving
3. Fase 3: nageboorte

In welke fase komen de placenta, vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten?

1. Fase 1: ontsluiting
2. Fase 2: uitdrijving
3. Fase 3: nageboorte

Tijdens welke fase wordt de baarmoedermond wijder?

1. Fase 1: ontsluiting
2. Fase 2: uitdrijving
3. Fase 3: nageboorte

Verwerking

KB 4.5 + 4.6 TB blz. 139 t/m 145, Wb blz. 113 t/m 118, opdr. 16 t/m 22 (19 niet)

Dinsdag 7 februari TOETS HOOFDSTUK 4

BB 4.1 t/m 4.6

KB  4.1 t/m 4.8