Leesbegrip test Mama is Minister President

Leesbegrip test 
Boek: 
Mama is Minister- President
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6,7

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leesbegrip test 
Boek: 
Mama is Minister- President

Slide 1 - Tekstslide

Zoek bij elkaar? 

stil
durft alles
Adam
niet bang
houdt van lezen
de hoofdpersoon
Kaat
zenuwachtig
Lara

Slide 2 - Tekstslide

Adam is zenuwachtig. Dat is ...
A
nieuwsgierig
B
enthousiast
C
nerveus
D
bang

Slide 3 - Quizvraag

Wie komt er op de tv?

Slide 4 - Open vraag

Wat mag de moeder van Adam, als er genoeg mensen op haar en haar partij stemmen?
A
Op vakantie
B
Op bezoek bij minister Flappermuis
C
Op bezoek bij de koning

Slide 5 - Quizvraag

Een ander woord (synoniem) voor hollen is ....

Slide 6 - Open vraag

Wat is een stembiljet
A
Een papier waarmee je kunt betalen.
B
Een papier waarmee je naar de stembus kunt.
C
Een paspoort waarmee je naar de stembus kunt.
D
Een papier dat je nodig hebt om te mogen stemmen.

Slide 7 - Quizvraag

waar of niet waar

Slide 8 - Tekstslide

Blz. 16
Wat doet de Tweede Kamer?

Slide 9 - Open vraag

Hij heeft het antwoord verklapt.
Verklappen betekent ...
A
bekend maken
B
vertellen
C
lezen
D
schreeuwen

Slide 10 - Quizvraag

Blz. 17/18
Vertel in eigen woorden wat een zwevende kiezer is.

Slide 11 - Open vraag

waar of niet waar



blz. 24

Slide 12 - Tekstslide

Blz. 18 De meester zucht opgelucht.
Opgelucht is...
A
De angst of spanning is weg
B
Moe zijn
C
Adem halen

Slide 13 - Quizvraag

De persconferentie
hoofdstuk 5

Slide 14 - Tekstslide

(blz. 30)
'We moeten als de wiedeweerga een persconferentie geven.'
A
snel
B
traag
C
vlug
D
langzaam

Slide 15 - Quizvraag

Adam is in paniek (blz 32). Waarom?
A
Adam durft niet door het poortje
B
Adam zoekt zijn moeder
C
Hij weet niet waar de andere kinderen zijn
D
De tranen springen in zijn ogen

Slide 16 - Quizvraag

(blz. 33). Zoek in de tekst.
Noem 3 dingen die je kunt doen als er 'stront aan de knikker' is

Slide 17 - Open vraag

Wat doet deze persoon?
Ze is ......

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze