In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Waarom is het belangrijk dat je alleen vervolgd kunt worden voor iets dat in de wet staat?
Slide 9 - Open vraag
Is hier sprake van rechtszekerheid?
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Is hier sprake van rechtszekerheid?
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Rechters hebben het laatste woord bij conflicten, overtreding van regels of een misdaad. Ze beslissen of iemand de wet heeft overtreden of schuldig is aan een misdrijf. In hun vonnis leggen ze een passende maatregel of straf op.
Slide 14 - Tekstslide
Adam vindt Mark Rutte (VVD) een slechte minister-president. De rechter geeft Adam een hogere straf dan normaal, omdat Adam niet achter de minister-president staat.
A
Onafhankelijke recht = groen
B
Partijdige rechter = rood
Slide 15 - Quizvraag
De rechter hoort een straf te geven volgens de wet, maar sinds dat er een nieuwe minister van justitie en veilig is, hebben rechters de opdracht gekregen om burgers met een migratieachtergrond hogere straffen te geven.
A
Onafhankelijke recht = groen
B
Partijdige rechter = rood
Slide 16 - Quizvraag
Sophie is opgepakt voor mishandeling. Volgens de wet hoort Sophie als er sprake is van verzwarende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld blijvend lichamelijk letsel, Sophie vier tot zes jaar celstraf te krijgen. De rechter handelt namens de wet.
A
Onafhankelijke recht = groen
B
Partijdige rechter = rood
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
1. De minister belooft strenger te controleren op fietsers zonder licht.
A
Uitvoerende macht.
B
Wetgevende macht.
C
Rechterlijke macht.
Slide 21 - Quizvraag
2. Bram wordt veroordeeld voor een taakstraf van 20 uur.
A
Uitvoerende macht.
B
Wetgevende macht.
C
Rechterlijke macht.
Slide 22 - Quizvraag
3. Noah heeft te hard gereden en krijgt een boete thuisgestuurd.
A
Uitvoerende macht.
B
Wetgevende macht.
C
Rechterlijke macht.
Slide 23 - Quizvraag
4. De gemeente Dokkum heeft volgens de rechter onterecht de hondenbelasting met 100% verhoogd.
A
Uitvoerende macht.
B
Wetgevende macht.
C
Rechterlijke macht.
Slide 24 - Quizvraag
5. De PVV (partij in het parlement) pleit voor hardere straffen bij diefstal.
A
Uitvoerende macht.
B
Wetgevende macht.
C
Rechterlijke macht.
Slide 25 - Quizvraag
6. De Tweede Kamer gaat akkoord met het verhogen van de maximumstraf op auto-inbraak.