In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 1 - Organismen uit vier rijken
1.1 - Organismen indelen
1.2 - Plantenrijk
1.3 - Dierenrijk
1.4 - Schimmelrijk en bacterierijk
1.5 - Voedselkringloop
1.6 - Biotechniek
Slide 2 - Tekstslide
1.4 Schimmel- en bacterierijk
Slide 3 - Tekstslide
Doel van de les
Je kunt delen van een schimmel herkennen en benoemen
Je kunt de onderdelen van een schimmelcel benoemen
Je kunt de onderdelen van een bacterie(cel) benoemen
Je kunt uitleggen hoe schimmels en bacteriën leven en hoe ze zich vermeerderen
Je kunt uitleggen hoe schimmels / bacteriën voedselbederf en -infecties kunnen veroorzaken en hoe je dit tegengaat
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een schimmel?
Zwamvlok: bestaat uit netwerk van dunne draadjes
Sporenkapsels: bolletjes aan de bovenkant
Spore: voortplantingscel van een schimmel
Sporen komen vrij als de sporenkapsels rijp zijn
Slide 5 - Tekstslide
Paddenstoelen
Paddenstoel: een groot voortplantingsorgaan van een schimmel
De zwamvlok van een paddenstoel groeit onder de grond
De paddenstoel(en) komt / komen boven de grond uit
Slide 6 - Tekstslide
Schimmelcel
Bestaat uit dezelfde onderdelen als een plantencel, op één onderdeel na
Slide 7 - Tekstslide
Welk onderdeel missen schimmelcellen, wat een plantencel wel heeft?
A
celwand
B
bladgroenkorrel
C
celkern
D
cytoplasma
Slide 8 - Quizvraag
Schimmels
Leven op voedsel of dode resten van organismen
"Ruimen dode resten op" door ze te verteren (denk aan de blaadjes die in de herfst van de bomen vallen, waardoor je vooral in de herfst paddenstoelen vindt)
Kunnen gebruikt worden voor voedselbereiding Bier, brood, wijn, kaas
Slide 9 - Tekstslide
Hoe planten schimmels zich voort?
A
d.m.v. zaden
B
d.m.v. cellen
C
d.m.v. sporen
D
d.m.v. zwamvlokken
Slide 10 - Quizvraag
Bacteriën
Microscopisch klein
Altijd ééncellig
Geen celkern -> chromosomen (DNA) liggen los in het cytoplasma
Sommige bewegen met zweepharen
Slide 11 - Tekstslide
Bacteriën
Leven op voedsel of dode resten van organismen
Alleen zichtbaar in een kolonie (> miljard per kolonie)
"Ruimen dode resten op" door ze te verteren (denk aan rottend vlees, ontbinding van lichamen)
Kunnen gebruikt worden voor voedselbereiding Yoghurt, zuurkool, kaas (stremsel)
Slide 12 - Tekstslide
Voortplanting
Voortplanting door celdeling
Aantal verdubbelt onder ideale omstandigheden elke 20 minuten
1 - 2 - 4 - 8 - 16 - 32 - etc.
Slide 13 - Tekstslide
Verspreiding
Bacteriën en schimmels zijn overal
Verspreiding via contact tussen voorwerpen en / of mensen en / of dieren en / of water en / of lucht
Bacteriën direct
Schimmels direct of via overdracht van sporen
Slide 14 - Tekstslide
Voedselbederf voorkomen I
Drogen
Koelen (invriezen)
Conserveermiddelen toevoegen
Vacuüm verpakken
Onder gas verpakken (vb. CO2)
Pasteuriseren of steriliseren
Inblikken of in pot
Slide 15 - Tekstslide
Voedselbederf voorkomen II
Zuur toevoegen
Zout toevoegen
Suiker toevoegen
N.B. door invriezen gaan bacteriën NIET dood. Om ze te doden moet je voedsel voldoende verhitten!
Slide 16 - Tekstslide
Eén bacterie
A
bestaat uit een bacteriekolonie
B
bestaat uit een klein groepje cellen
C
bestaat uit één cel
D
is geen cel
Slide 17 - Quizvraag
Wat heeft een bacterie niet, wat andere cellen wel hebben?
A
celkern
B
celmembraan
C
celwand
D
cytoplasma
Slide 18 - Quizvraag
Waardoor ontstaat voedselbederf?
A
door schimmels
B
door celdeling
C
door bacteriën
D
door schimmels en bacteriën
Slide 19 - Quizvraag
Wat is géén manier van conserveren?
A
steriliseren
B
pasteuriseren
C
invriezen
D
in water leggen
Slide 20 - Quizvraag
Werken aan de weektaak
Start met de weektaak, liefst in je werkboek
Check in itslearning of er extra opdrachten of verdiepingsopdrachten zijn en maak deze
Neem uit de begrippenlijst alle dikgedrukte woorden uit de tekst over en noteer deze onder elkaar in je schrift