Leçon 8 - 3H - Chapitre 1 - Grammaire H

Programme d'aujourd'hui 
  • Grammaire H 
  • Écouter - Exercices 30b page 45
  • Exercices 29, 30, 31 pages 44 à 47
Les objectifs:
  • Kan werkwoorden op -re gebruiken / vervoegen
  • Kan over zijn vrienden hebben
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programme d'aujourd'hui 
  • Grammaire H 
  • Écouter - Exercices 30b page 45
  • Exercices 29, 30, 31 pages 44 à 47
Les objectifs:
  • Kan werkwoorden op -re gebruiken / vervoegen
  • Kan over zijn vrienden hebben

Slide 1 - Tekstslide

Hoe moet je een werkwoord op -er vervoeren in présent? (ex."parler")

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

es
ons
e
ent
ez

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De ww op -re
Exemple:
  • répondre (beantwoorden)
  • attendre (wachten)
  • entendre (horen)
  • vendre (verkopen)
  • perdre (verliezen)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Nous - vendre (présent)
A
Nous venderons
B
Nous vendons
C
Nous vendrons

Slide 11 - Quizvraag

Tu - entendre (présent)
A
Tu entend
B
Tu entendes
C
Tu entends

Slide 12 - Quizvraag

Le passé composé
Exemple:
  • répondre (beantwoorden)
  • attendre (wachten)
  • entendre (horen)
  • vendre (verkopen)
  • perdre (verliezen)

Slide 13 - Tekstslide

Ik heb
A
J'ai
B
Je suis

Slide 14 - Quizvraag

Jullie hebben
A
vous avez
B
nous avez
C
vous avons
D
nous avons

Slide 15 - Quizvraag

Hoe maak je de "passé composé" van WW op -er?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Jij hebt beantwoord (répondre
A
Tu es répondu
B
Tu es répondé
C
Tu as répondu
D
Tu es répondé

Slide 19 - Quizvraag