-Matte verf
-Waterige lijnen en vlekken
-Ondergrond zichtbaar
Slide 10 - Quizvraag
H2 Vorm
Slide 11 - Tekstslide
Vormsoorten
Slide 12 - Woordweb
Slide 13 - Tekstslide
Welke basisvormen herken je?
A
Bol, kubus, balk, driehoek
B
Cirkel, vierkant, rechthoek, driehoek
C
Kubus, balk,
piramide, cirkel
D
Driehoek, bol, vierkant, balk
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Welke vormsoorten zijn hier van toepassing?
A
-Gesloten
-Organisch
-3D
-Abstract
B
-Open
-Geometrisch
-3D
-Abstract
C
-Open
-Geometrisch
-2D
-Figuratief
D
-Gesloten
-Organisch
-2D
-Figuratief
Slide 16 - Quizvraag
Maurrizio Cattelan,
'Him'
2011
Slide 17 - Tekstslide
Op dit beeld zijn de vormsoorten: figuratief, 3D en gesloten van toepassing. Wat is het effect van deze vormsoorten op de voorstelling? Kies de beste omschrijving.
A
Hitler lijkt net echt, lijkt om vergeving te vragen, heel menselijk, klein en nietig door gesloten houding
B
Heel realistisch, maar iets kleiner, lijkt boete te doen door gesloten houding. Bescheidenheid, nietig.
C
Hitler lijkt net echt, zit rechtop en straalt daarom macht uit.
D
Verhoudingen kloppen niet, door houding en plaatsing wordt hij belachelijk gemaakt.
Slide 18 - Quizvraag
H3 Compositie
Compositie= de plaatsing van de beeldelementen over het vlak.
Je gaat hierbij uit van de hoofdvoorstelling.
De kunstenaar bepaalt hiermee de kijkrichting van zijn publiek.