Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lesson 8 - Unit 2.7 - Prepositions
Unit 2 - lesson 8
Weektaak:
Unit 2.4
Unit 2.5
Unit 2.7 + MyEnglishLab
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Unit 2 - lesson 8
Weektaak:
Unit 2.4
Unit 2.5
Unit 2.7 + MyEnglishLab
Slide 1 - Tekstslide
Lesson Goals
I can recall how to write sentences using the present simple and present perfect.
I can recall words that have something to do with: feelings
Lesson Plan
Quiz - Present Simple + Present Continuous
+
Weektaak: 2.4
+
Exit Ticket
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Rewrite the sentences to make correct
Present Simple
OR
Present Continuous
sentences.
Use affirmative (+), negative (–) or question forms.
Slide 4 - Tekstslide
I / am / play / tennis / at the moment.
Slide 5 - Open vraag
She / often / play / tennis.
Slide 6 - Open vraag
Tom / is / wear / baggy jeans / at the moment.
Slide 7 - Open vraag
Is / he / watch / t.v / now.
Slide 8 - Open vraag
Ali / never / go / out / during the week.
Slide 9 - Open vraag
Sara / is / not / work / now.
Slide 10 - Open vraag
We / do / not / want / to go / to school.
Slide 11 - Open vraag
Unit 2
Prepositions of time
Slide 12 - Tekstslide
Uitleg: Prepositions of time
Preposition = voorzetsel
Je gebruikt deze als je wilt vertellen wanneer of hoe laat je iets wilt gaan doen.
Voorzetsels die iets zeggen over de tijd (om half zeven, op donderdag, in 2012).
Slide 13 - Tekstslide
Uitleg: Prepositions of time
Je gebruikt
at
voor specifieke tijdstippen.
Je gebruikt
on
voor: dagen en data.
Je gebruikt
in
voor: maanden, jaartallen en seizoenen, dagdelen of wanneer je het woord 'over' bedoelt.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Your turn...
I had an operation ... the first of May.
Can we meet ... Wednesday?
It happened late ... night.
Slide 16 - Tekstslide
Weektaak: Unit 2.7
Unit 2.7
Task: 2 + 3 + 4
f 7 4 f - j w j 9
Slide 17 - Tekstslide
Exit Ticket
Did you achieve the lesson goals:
1. I can recall how to write sentences using the present simple and present perfect.
2. I can recall words that have something to do with: feelings
Slide 18 - Tekstslide
feelings...
Slide 19 - Woordweb
What are you doing right now?
Slide 20 - Open vraag
What do wear everyday to school?
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Grammar: Present simple
Present Simple
: Is used to talk about:
hobbies
habits
likes and dislikes
things that happen
regularly
Example:
I like comic books!
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Present Simple:
Positive / affirmative
(+)
I
like
chocolate
She / he / it
(SHIT)
likes
chocolate
They / we / you
like
chocolate
Slide 25 - Tekstslide
Present Simple:
Negative
(-)
I
don't
(do not)
like
chocolate
She / he / it
(SHIT)
doesn't
(does not)
like
chocolate
They / we / you
don't
(do not)
like
chocolate
Slide 26 - Tekstslide
Present Simple:
SHIT
s
pelling rules
RULE:
I / you / we
She / he / it
(SHIT rule)
Most verbs
add
-s
live
lives
verbs ending in:
o
ch
sh
ss
x
add
-es
go
watch
wash
glass
remix
go
es
watch
es
wash
es
glass
es
remix
es
Slide 27 - Tekstslide
Present Simple:
SHIT
spelling rules
RULE:
I / you / we
She / he / it
(
SHIT
rule)
verbs ending in:
medeklinker + y
cut -y
add -ies
study
fly
celebrity
comedy
hobby
studies
flies
celebrities
comedies
hobbies
Slide 28 - Tekstslide
Uitleg - Adverbs of Frequency
Adverbs of Frequency = Bijwoorden van frequentie
Gebruik je om aan te geven hoe vaak je iets doet - of juist dat je nooit iets doet.
Voorbeelden zijn always, usually, normally, often, sometimes en never.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Present Continuous: Positive (+)
Who
verb to be
-ing
I
am
I'm
singing
He / she / it
is
he's / she's / it's
playing
They / you / we
are
they're / we're / you're
running
Slide 31 - Tekstslide
Present Continuous: Negative (-)
verb to be (negative)
I
am not
I'm
not
singing
He / she / it
is not
isn't
playing
They / you / we
are not
aren't
running
Slide 32 - Tekstslide
Present Continuous: Question (?)
verb to be (question)
Am
I
singing?
Are
we / they / you
playing?
Is
he / she / it
running?
What
are
you doing?
Where
is
she
going?
Slide 33 - Tekstslide
Present Continuous: Spelling Rules
Rule
example
Most verbs
-ing
go = going
look = looking
Verbs ending in -e
-e
+ ing
live = living
Verbs ending in a klinker + medeklinker
double the last medeklinker
sim = swimming
sit = sitting
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Lesson 7 - Unit 2.4
September 2024
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 7 - Unit 2.7 + 2.6
September 2023
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 7 - Unit 2.4
September 2024
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 5 - Unit 2.2
September 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 5
September 2024
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 6 - Unit 2.3 + 2.5
September 2024
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 9 - Unit 1 Review - Vocabulary
September 2024
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Lesson 8 - Unit 2.7 + 2.6 - Prepositions of time
September 2023
- Les met
15 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2