Binnenkomst: kauwgum in de prullenbak, telefoon in de telefoontas, spullen op tafel, tassen van tafel, leesboek open.
Stil lezen: boeken zijn open, je leest 10-15 minuten in stilte.
Instructie/klassikaal werken: Als we de stof bespreken doe je actief mee, dit zie ik doordat je aantekeningen maakt, de juiste blz. voor je neus hebt, je vinger opsteekt als je iets wil zeggen en antwoord geeft op gestelde vragen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat wil ik zien
Zelfstandig werken: Je praat op een fluisterniveau met degene naast je. Dit betekent dat hij/zij je kan verstaan, maar iemand anders niet. Je bent actief aan het werk, dit zie ik doordat je je boek open hebt en de antwoorden in je schrift zet.
Dit gaat al heel goed! Ga zo door.
Slide 4 - Tekstslide
Afspraken
Na waarschuwing toch nog kauwgom in? --> Kauwgom krabben
Naam op het bord = waarschuwing
Streepje = strafwerk
Twee streepjes = gele brief
Bij goed werken kan je naam altijd van het bord.
Slide 5 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 6 - Tekstslide
Wat weet je al?
Stappenplan zinsdelen
Persoonsvorm zoeken
Opdracht 1 en 2 zelfstandig maken
Opdracht 1 en 2 klassikaal bespreken
Opdracht 3 en 4 maken
Slide 7 - Tekstslide
Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden
Ik kan een zin in zinsdelen verdelen
Ik kan ow, lv. mv en bwb vinden
Slide 8 - Tekstslide
Wat weet je al?
Schrijf op wat je nog weet over grammatica: zinsdelen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Stappenplan zinsdelen
Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:
1. Benoem de pv
Zet een streep onder de pv
2. Verdeel de zin in zinsdelen
Zet strepen tussen de zinsdelen
3. Benoem het gezegde: wg of ng?
Zet 'wg' of 'ng' boven het gezegde
4. Benoem het onderwerp
Zet 'o' boven het onderwerp
5. Benoem het lijdend voorwerp
Zet 'lv' boven het lijdend voorwerp
6. Benoem het meewerkend voorwerp
Zet 'mv' boven het meewerkend voorwerp
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen
Zet 'bwb' boven de bijwoordelijke bepaling
Slide 19 - Tekstslide
Oefenen
Pak je schrift
Noteer de datum en de titel: 'oefenen zinsdelen'
Oefen mee met de zinnen op het bord.
1. Schrijf de zin over
2. Voer het stappenplan uit
Slide 20 - Tekstslide
Maak opdracht 1 en 2 op blz. 30
Je mag in je werkboek werken, doe dit netjes
Doe het eventueel eerst met potlood.
Als de tijd om is bespreken we de opdrachten klassikaal
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.