week 37 lezen

Terugblik
Wat hebben we vorige week behandeld?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik
Wat hebben we vorige week behandeld?

Slide 1 - Tekstslide

Informerende tekst
Bestaat vooral uit feiten!

(opdracht 5 bespreken)

Slide 2 - Tekstslide

Instruerende tekst
Instrueren is instructie geven

Stapsgewijs (als eerste, als tweede)
Gebiedende wijs (Steek nu de stekker in het stopcontact)
Afbeeldingen

Slide 3 - Tekstslide

Overtuigende tekst
Eén mening staat centraal

Deze mening heet het standpunt

Argumenten zijn redenen waarom de schrijver dat standpunt inneemt.

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag
opdracht 6,7,8 en 9

Slide 5 - Tekstslide

Globaal lezen
Lees de inleiding en de eerste en laatste zin van iedere alinea.

Je kunt bedenken waar de tekst over gaat en op welke  vragen je antwoord krijgt.

In grote lijnen weet je waar de tekst over gaat.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Opdracht 10 en 11

Slide 7 - Tekstslide

WIE BEN IK
Volgende week moet het verslag ingeleverd worden.
Wanneer je klaar bent met de opdrachten uit het boek, ga je aan de slag met het verslag

Slide 8 - Tekstslide

Welke van onderstaande is een tekstsoort?
A
Een artikel
B
Amuseren
C
Informeren
D
Instrueren

Slide 9 - Quizvraag

welk van onderstaande is geen tekstdoel
A
informeren
B
overtuigen
C
de krant
D
amuseren

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer je de tekst bekijkt om te bepalen wat de tekstsoort en het onderwerp is.. dan ben je
A
globaal aan het lezen
B
verkennend aan het lezen
C
intensief aan het lezen
D
een instructie aan het volgen

Slide 11 - Quizvraag

De schrijver wil dat de lezer het met hem eens wordt. Welk tekstdoel is dit
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 12 - Quizvraag

in een tekst legt een fabrikant uit hoe een sporter met een hartslagmeter zijn hartslag kan meten.
A
Informeren
B
amuseren
C
activeren
D
instrueren

Slide 13 - Quizvraag

Iemand probeert met zijn artikel jou over te halen om gezonder te gaan eten
A
instrueren
B
overtuigen
C
informeren
D
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Een ander woord voor amuseren
A
informeren
B
instructie opvolgen
C
je mening geven
D
vermaken

Slide 15 - Quizvraag

Dit gebeurt vooral in gebiedende wijs
A
instrueren
B
informeren
C
amuseren
D
activeren

Slide 16 - Quizvraag

in een overtuigende tekst staan één mening centraal
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Het doel van een gebruiksaanwijzing is:
A
amuseren
B
activeren
C
informeren
D
instrueren

Slide 18 - Quizvraag

In een informerende tekst staan vooral
A
Feiten
B
Meningen

Slide 19 - Quizvraag

De schrijver legt stapsgewijs uit in welke volgorde handelingen moeten worden uitgevoerd
A
amuseren
B
instrueren
C
informeren
D
activeren

Slide 20 - Quizvraag

De Kruidvat heeft een folder met mooie aanbiedingen. Welk tekstdoel hoort hierbij?
A
overtuigen
B
instrueren
C
activeren
D
informeren

Slide 21 - Quizvraag

In deze tekst wordt een standpunt onderbouwd met argumenten
A
instruerende tekst
B
amuserende tekst
C
overtuigende tekst
D
informerende tekst

Slide 22 - Quizvraag

Het tekstdoel van de Donald Duck is
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 23 - Quizvraag