In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
formatief hst 10 zuren en basen
Slide 1 - Tekstslide
Noem 3 indicatoren?
Slide 2 - Open vraag
Welke kleur wordt rodekoolsap wanneer je er een zuur aan toevoegt?
A
rood
B
paars
C
geel/groen
Slide 3 - Quizvraag
welke kleur wordt rodekoolsap wanneer je er een base aan toevoegt?
A
rood
B
paars
C
geel/groen
Slide 4 - Quizvraag
Welke kleur word lakmoes wanneer je er een zuur aan toevoegt?
A
rood
B
verkleurt niet
C
blauw
Slide 5 - Quizvraag
welke kleur wordt lakmoes wanneer je er een base aan toevoegt.
A
rood
B
verkleurt niet
C
blauw
Slide 6 - Quizvraag
Welke kleur wordt fenolftaleïne wanneer je er een zuur aan toevoegt?
A
kleurloos
B
verkleurt niet/kleurloos
C
paarsrood
Slide 7 - Quizvraag
Welke kleur wordt fenolftaleïne wanneer je er een base aan toevoegt?
A
kleurloos
B
verkleurt niet/kleurloos
C
paarsrood
Slide 8 - Quizvraag
Geef de formule van salpeterzuur en geef aan waar het in voorkomt.
Slide 9 - Open vraag
Geef de formule van waterstofchloride en geef aan waar het in voorkomt.
Slide 10 - Open vraag
Geef de formule van fosforzuur en geef aan waar het in voorkomt.
Slide 11 - Open vraag
Geef de formule van zwavelzuur en geef aan waar het in voorkomt.
Slide 12 - Open vraag
Geef de formule van azijnzuur en geef aan waar het in voorkomt.
Slide 13 - Open vraag
Geef de notatie van de zure oplossing zoutzuur
Slide 14 - Open vraag
Geef de notatie van de zure oplossing salperzuuroplossing
Slide 15 - Open vraag
Geef de notatie van de zure oplossing zwavelzuuroplossing
Slide 16 - Open vraag
Geef de notatie van de zure oplossing koolzuurhoudend water
Slide 17 - Open vraag
Geef de notatie van de zure oplossing fosforzuuroplossing
Slide 18 - Open vraag
Hoe noem je een deeltje dat H+ bindt?
Slide 19 - Open vraag
Hoe noem je een stof die een H+ afstaat?
Slide 20 - Open vraag
Welke vier basen moet je kennen en wat is daar de formule van?
Slide 21 - Open vraag
Tot hier
Slide 22 - Tekstslide
Noem de vier neutralisatie reactievergelijkingen.
Slide 23 - Open vraag
kalk is calciumcarbonaat. Als je kalk weg laat halen met schoonmaakazijn spreek je dan van een neutralisatie reactie?
Slide 24 - Open vraag
Zoutzuur reageert met magnesium. Hierdoor verdwijnt het zuur. Leg uit of er hier sprake van een neutralisatie reactie is ?
Slide 25 - Open vraag
Noteer de neutralisatie reactievergelijking van de reactie van mierenzuur met natriumoxide
Slide 26 - Open vraag
Noteer de neutralisatie reactievergelijking van de reactie van zoutzuur met kalk
Slide 27 - Open vraag
Wat is de kloppende reactievergelijking die hoort bij het ontstaan van zwavelzuur? Hint: onder invloed van zuurstof ontstaat er eerst...
A
SO2 + H2O -> H2SO2
B
SO2 + H2O -> H2SO4
C
SO3 + H2O -> H2SO4
D
2 SO3 + 2 H2O -> 2 H2SO4
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de kloppende reactievergelijking die hoort bij het ontstaan van salpeterzuur?
Slide 29 - Open vraag
1,0 ml natronloog komt overeen met 63 mg zuur. je hebt 15,4 ml natronloog getitreerd in 20 ml zuur toen de kleur omsloeg van de indicator. hoeveel mg zuur zit in de 20 ml zuur?