De baby

De baby
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch handelenSecundair onderwijs

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

De baby

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat leren we in dit thema? Pagina 19

Slide 4 - Tekstslide

1. Hoe verandert een kiem in een baby (fysieke ontwikkeling)

Slide 5 - Tekstslide


1.1 Hoe verloopt de fysieke ontwikkeling van een baby VOOR de geboorte p. 20-22

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

1.2 Hoe verloopt de fysieke ontwikkeling van de baby NA de geboorte? p. 23-30

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De cognitieve/verstandelijke ontwikkeling van de baby

Slide 12 - Tekstslide

Wat valt onder de term cognitieve ontwikkeling?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Sensorische ontwikkeling
C
Denkontwikkeling
D
Sociale ontwikkeling

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

De cognitieve ontwikkeling
1. Het denken

  • De baby verkent de wereld door zijn zintuigen. Hij probeert motorische handelingen uit. (bewegen)
  • De baby denkt niet na maar doet. 
  • De baby (12-18 maand) begint stilaan te begrijpen wat ik niet zie is er nog wel. Dat noemen we objectpermanentie.
  • Ontwikkeling verloopt anders? Dan spreken we van een ontwikkelingsachterstand of voorsprong.

Slide 15 - Tekstslide

De cognitieve ontwikkeling
 2. persoonlijkheidsontwikkeling
  • In deze periode begint het moreel besef zich te ontwikkelen

  • De baby snapt nog niet waarom de regels zijn zoals ze zijn.

  • De baby leert wat goed of fout is door te zien hoe volwassenen op zijn gedrag reageren. Hij experimenteert met gehoorzaamheid.

  • Straf krijgen of beloond worden is de maatstaf voor wat mag of niet mag.

  • De baby kan zichzelf aan die regeltjes houden maar enkel als er een volwassene in de buurt is 


Slide 16 - Tekstslide

Socio emotionele ontwikkeling

Slide 17 - Tekstslide

Socio-emotionele ontwikkeling
1. Sociale ontwikkeling

  • Huilen = de eerste communicatievorm, hij lacht af en toe als reflex
  • Stilaan echt glimlachen. Het zijn geen ongecontroleerde bewegingen meer
  • De baby lacht en "praat" met iedereen die hem positief benadert 
  • De baby reageert op aandacht

Slide 18 - Tekstslide

Socio-emotionele ontwikkeling
1. Sociale ontwikkeling

  • De sociale interacties worden steeds complexer.
  • De eerste 6 maanden verwen je een baby niet als je hem veel oppakt
  • Vanaf nu kun je de emoties van het gezichtje aflezen
  • Rond 8 maand --> scheidingsangst 
  • Rond 10 maand kan de baby echt al boos worden als hij zijn zin niet krijgt. 

Slide 19 - Tekstslide

Socio-emotionele ontwikkeling 
2. emotionele ontwikkeling
  • Het eerste jaar bouwt een baby een hechte relatie op met verzorgers die dicht bij hem staan.
  • Om contact te krijgen met zijn omgeving beschikt de baby over een aangeboren hechtingsdrang. 

Slide 20 - Tekstslide

Socio-emotionele ontwikkeling 
2. emotionele ontwikkeling
  • Door te huilen, glimlachen of brabbelen probeert de baby de verzorger dicht bij hem te houden. Daardoor ontstaat een emotionele band en hopelijk ook hechting


  • De baby heeft nood aan sensitieve responsiviteit = warme en positieve reacties op zijn behoeften

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Behoeften van een baby

Slide 24 - Tekstslide

Welbevinden baby

Slide 25 - Tekstslide

Signalen van een hoog welbevinden

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Tips om het welbevinden te stimuleren
1. Voldaan aan de basisbehoeften?


2. Zorgen dat je als verzorger goed in je vel zit. = “Hoe beter voor jezelf zorgt, hoe beter je voor anderen kan zorgen.”

3. Warmte, genegenheid en rust bieden.

4. Ruimte en tijd geven om de baby te laten spelen.





Slide 28 - Tekstslide

Hoe kunnen we de ontwikkeling en de betrokkenheid stimuleren met speelgoed? 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Waar kan je hulp zoeken bij gezondheids-en opvoedingsvragen? p. 50-54

Slide 34 - Tekstslide