Afkortingen

Afkortingen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Afkortingen

Slide 1 - Tekstslide

Hoeveel afkortingen zie je?
Doe mee met de natuurwandeling voor de hele fam.  Op zon. 27 jan. Organiseren we een wandeling. O.l.v. een gids loop je 3 km. Neem goede wandelschoenen mee. Zie ook pag. 398 van onze gids. Start: om 2 uur bij de blokhut. Tel: 0516-9988

Slide 2 - Tekstslide

Doel:
- Je leert wat een afkorting is.
- Je leert  hoe je een afkorting maakt en wat een afkorting betekent.

Slide 3 - Tekstslide

Welke afkortingen ken je al?

Slide 4 - Woordweb

pagina
onder leiding van
familie
fam.
o.l.v.
pag. 

Slide 5 - Sleepvraag

Wat betekent i.v.m.?
A
in verliefde modus
B
in verband met
C
iets verboden maken
D
ik verbruik minder

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de afkorting van world wide web?
A
worwidweb
B
worldwideweb
C
wowiwe
D
www

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent blz.?
A
bladzijde
B
blazen
C
boeken lezen
D
brood laten zweven

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de afkorting van telefoon?
A
te
B
t
C
tel
D
tele

Slide 9 - Quizvraag

alstublieft

met behulp van
zo snel mogelijk
de heer
dhr. 
a.u.b.
m.b.v.
z.s.m.

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is de afkorting van inclusief?
A
inc.
B
incl.
C
inclu.
D
in.

Slide 11 - Quizvraag

Welke afkortingen ken je nu?

Slide 12 - Open vraag