Hoofdstuk 3 paragraaf 2

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

  • Vorige les.
  • Huiswerk bespreken.
  • Leerdoelen paragraaf 3.2.
  • Aan de slag met  paragraaf 3.2
  • Wat hebben we geleerd vandaag?
  • Oefenen.
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

IPads in de tas!

Slide 3 - Tekstslide

Als je een taart bakt voor iemand omdat die je geholpen heeft met je huiswerk dan spreken we van een:
A
Directe ruil want er wordt geruild met een ruilmiddel.
B
Directie ruil want er wordt geruild zonder ruilmiddel.
C
Indirecte ruil want er wordt geruild met een ruilmiddel.
D
Directe ruil want er wordt geruild zonder ruilmiddel.

Slide 4 - Quizvraag

Geld op je betaalrekening is:
A
Giraal geld.
B
Chartaal geld.

Slide 5 - Quizvraag

Als je een jas ziet in de winkel maar je vindt de jas te duur dus je kijkt nog even verder dan is geld een:
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel

Slide 6 - Quizvraag

Huiswerk!
  • Is het gelukt? Welke opgave ging goed?
  • Waar had je meer moeite mee? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen;
  • Je kent de spaarmotieven.
  • Je kunt rekenen met enkelvoudige rente.
  • Je kunt rekenen met samengestelde rente.

Slide 9 - Tekstslide

Na het filmpje weet je wat de spaarmotieven zijn en kun je het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde rente uitleggen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

Ga de komende 10 minuten aan het werk met de opdrachten van paragraaf 3.2 (zachtjes overleggen met buurman/ buurvrouw mag).

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Wat bedoelen we met samengestelde rente?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk

Ga de rest van de les aan de slag met het huiswerk voor volgende week 3.2 af. 



Klaar?
 Maak dan opgave 7, 8 en 9 van de rekenopgaven op bladzijde 92.

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen;
  • Ik ken de drie spaarmotieven
  • Ik kan rekenen met enkelvoudige rente
  • Ik kan rekenen met samengestelde rente 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide