Terra Ultima creatief schrijven

1 / 13
volgende
Slide 1: Link
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

Slide 2 - Tekstslide

Warming-up
Associatiespel - welk woord komt er in je op?

Slide 3 - Tekstslide

“Een dag in het leven van [mijn dier]”

Maak een MINDMAP en schrijf in het midden de 3 dieren die te zien zijn op jouw tekening.
Schrijf kenmerken van dit dier op. Bijvoorbeeld:
1. Lange nek = eet van hoge takken.
2. Lange staart = kan goed balanceren.
3. Ogen aan de zijkant van gezicht = prooidier, wordt veel opgejaagd want kan niet ver vooruit ziet.
4. Pinguïn lichaam: kan goed tegen koud weer.
5. Heeft schubben: kan goed overleven in water.                     Etc., etc.


VOEDSEL
LEEFGEBIED
PROOI OF JAGER

Slide 4 - Tekstslide

“Een dag in het leven van [mijn dier]”
3 kernwoorden die jullie moeten gebruiken in de tekst zijn:
1. Voedsel 
(carnivoor/herbivoor/omnivoor, jagen/opgejaagd, dag-/nachtdier, hoe komt jouw dier aan voedsel en wat eet het?)
2. Leefgebied 
(woonplaats (op aarde?), weersomstandigheden, water/bomen/riet: hoe (over)leeft jouw dier en waar woont het? woont het in een groep/alleen?)
3. Vluchten 
(slaat jouw dier ergens voor op de vlucht? waar is het bang voor? wanneer moet het weg, bijvoorbeeld door weersomstandigheden of omdat ze een vijand hebben?)

Slide 5 - Tekstslide

Word-bestand maken

1. Open Microsoft Word
2. Zet de lettergrootte op 11
3. Klik op 'doc 1' bovenaan in de blauwe balk
4. Zoek naar Bureaublad als locatie
5. Bestandsnaam: jouw naam - naam dier (Mariana - koslapuïng)
6. Klik op opslaan.

Slide 6 - Tekstslide

Creatieve schrijfoefening
Schrijf tekst met willekeurige woorden.

Begin met: "Er was eens ...."

De woorden die je hoort verwerk je in jouw tekst.
Zodra het woord langskomt, gebruik je het direct in de volgende zin van jouw verhaal. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbereiden van de tekst
Bekijk jouw mindmap.

Hierna volgt een brainstorm per woord. Vul alles in waar je aan denkt als je jouw eigen mindmap ziet.
1. Voedsel
2. Leefgebied
3. Vlucht(en)

Slide 8 - Tekstslide

Brainstorm
'voedsel'

Slide 9 - Open vraag

Brainstorm!
'leefgebied'

Slide 10 - Open vraag

Brainstorm!
'vluchten'

Slide 11 - Open vraag

Werkwijze
1. Draai jouw mindmap om en maak een nieuw mindmap met de naam van je dier in het midden. Brainstorm over de 3 kernwoorden: voedsel, leefgebied, vluchten zoals je ze hiervoor beschreven hebt. Schrijf wat korte steekwoorden op over hoe jouw dier leeft. Let hierbij op hoe jouw dier eruit ziet! Dit zegt wat over hoe een dier leeft.
3. Schrijf op papier in klad jouw verhaal tot je tevreden bent. Je mag kiezen om in ik-perspectief te schrijven (alsof je het dier bent) of om over het dier te schrijven als verteller. Je schrijft over een hele dag van het dier, dus vanaf wakker worden tot slapen.

4. Typ het verhaal nu in Word. Noem het document: [jouw naam - naam dier], bijvoorbeeld: Mariana - Kloppenjachthoorntje. Gebruik lettergrootte 11, minimaal een half A4.

5. Lever het verhaal in op ELO -> Opdrachten -> "Creatief schrijven" -> inleveren -> bijlage toevoegen -> verzenden.

Slide 12 - Tekstslide

Jouw dier in tekening

Slide 13 - Open vraag