9.3 Huid

9.3 Je huid
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

9.3 Je huid

Slide 1 - Tekstslide

5 korte checkvragen!
Meerkeuze

Slide 2 - Tekstslide

Het lichaam scheidt stoffen uit via:
A
De lever
B
De nieren
C
De lever en nieren
D
De lever, nieren en longen

Slide 3 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een stof die in de lever samen met gal wordt uitgescheiden.
A
aminozuren
B
ureum
C
bilirubine
D
ijzer

Slide 4 - Quizvraag

Waar wordt glucose opgeslagen wanneer je dit tijdelijk niet nodig hebt?
A
alvleesklier
B
lever
C
alvleesklier en lever
D
lever en spieren

Slide 5 - Quizvraag

Wat doet de lever NIET?
A
De lever slaat glucose op
B
De lever zorgt dat gifstoffen je lichaam verlaten
C
De lever breekt gifstoffen af
D
De lever zet aminozuren om in eiwitten

Slide 6 - Quizvraag

In welke richting stroomt het bloed van de poortader?
A
Nier > Darm
B
Darm > Lever
C
Lever > Nier
D
Lever > Darm

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Huidlagen
  • Hoornlaag + kiemlaag = Opperhuid
  • Lederhuid heeft haarzakjes, bloedvaten, talgklieren en de zintuigen
  • Onderhuidse bindweefsel (vet)


Slide 10 - Tekstslide

Bouw van de huid
Drie huidlagen
  1. opperhuid
  2. lederhuid
  3. onderhuids bindweefsel
zintuigen in huid
  1. tastzintuig
  2. warmtezintuig
  3. koudezintuig
  4. pijnzintuig

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

warm
koud
nauwe bloedvaatjes
wijde bloedvaatjes
zweet
rillen
haartjes staan rechtop
haartjes staan normaal

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is het allereerste dat je lichaam doet als je een wondje hebt?
A
bloedplaatjes klonteren samen op de plek van de wond
B
bloedplaatjes knappen open
C
er ontstaat een netwerk van fibrinedraden
D
de bloedvaten gaan vernauwen

Slide 14 - Quizvraag

Hoe geneest de huid bij een beschadiging?
Als je valt kun je de huid beschadigen en kan er een wondje ontstaan. Het gat dat is ontstaan in de bloedvaten moet eerst worden gedicht. 

Bloedplaatjes in het bloed bevatten stollingseiwitten zoals fibrinogeen 

Fibrinogeen vormt een dradennetwerk waarin rode bloedcellen en witte bloedcellen blijven hangen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet het stollingseiwit dat opgelost zit in het bloedplasma?
A
fibrine
B
fibrinogeen
C
fibrinedraad
D
fibrose

Slide 16 - Quizvraag

Bloedstolling: wat is de goede volgorde?
1
2
3
4
5
6
bloedplaatjes knappen open
het droogt op tot een korstje
bloedplaatjes klonteren samen: propvorming 
het bloedvat wordt nauwer
stoffen uit de bloedplaatjes reageren met fibrinogeen
er ontstaat een netwerk van fibrinedraden

Slide 17 - Sleepvraag

Huiswerk
Paragraaf 9.3 Opgave 3 tot en met 8

Slide 18 - Tekstslide