De Gevolgen van Digitaal Pesten

De Gevolgen van Digitaal Pesten

Leerdoelen

Aan het einde van deze les weet je wat digitaal pesten is en wat de gevolgen kunnen zijn.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet jij al over digitaal pesten?

Wat is digitaal pesten?

Digitaal pesten is het herhaaldelijk lastigvallen, bedreigen of beledigen van iemand via internet, social media of telefoon.

Leg uit wat digitaal pesten is en geef voorbeelden.

Vormen van digitaal pesten

Er zijn verschillende vormen van digitaal pesten, zoals cyberstalking, online uitsluiting en het verspreiden van geruchten.

Beschrijf de verschillende vormen van digitaal pesten.

Hoe voelt het om gepest te worden?

Digitaal pesten kan leiden tot gevoelens van angst, onveiligheid, eenzaamheid en verdriet.

Vraag de leerlingen hoe het zou voelen om gepest te worden en bespreek de gevoelens die ermee gepaard gaan.

Wat zijn de gevolgen?

De gevolgen van digitaal pesten kunnen ernstig zijn, zoals depressie, slaapproblemen en zelfs zelfmoordgedachten.

Leg uit wat de gevolgen van digitaal pesten kunnen zijn en benadruk dat het serieus is.

Hoe kun je digitaal pesten voorkomen?

Je kunt digitaal pesten voorkomen door respectvol met anderen om te gaan en geen schadelijke inhoud te delen op social media.

Geef tips over hoe leerlingen digitaal pesten kunnen voorkomen en bespreek het belang van respectvol gedrag online.

Wat kun je doen als je gepest wordt?

Als je gepest wordt, kun je praten met iemand die je vertrouwt en hulp zoeken bij bijvoorbeeld een ouder, leraar of vertrouwenspersoon.

Beschrijf wat leerlingen kunnen doen als ze gepest worden en moedig hen aan om hulp te zoeken.

Samenvatting

Digitaal pesten kan ernstige gevolgen hebben. Het is belangrijk om respectvol met anderen om te gaan en hulp te zoeken als je gepest wordt.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.