Literatuurgeschiedenis ME Les 2

Nederlands Havo 4
Maandag 13 december
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands Havo 4
Maandag 13 december

Slide 1 - Tekstslide



Planning
  • 15 minuten lezen (in stilte)
  • Herhaling theorie Middeleeuwen
  • Handschrift- en boekdrukkunst
  • Opdracht Oud Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis

Slide 3 - Tekstslide

Middeleeuwen
De literatuurgeschiedenis van Nederland begint in de middeleeuwen. Voor die tijd zijn er geen overgeleverde teksten uit het Nederlands.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je van de literatuur uit de middeleeuwen?

Slide 5 - Open vraag

Middeleeuwen 
historische context
De middeleeuwen duren van 500 tot 1500 en zijn verdeeld in de vroege middeleeuwen (500-1000), de hoge middeleeuwen (1000-1300) en de late middeleeuwen (1300-1500)
In de late middeleeuwen worden de steden langzamerhand  steeds belangrijker en de burgers in de steden krijgen steeds meer macht. Het oude leenstelsel waarin de adel alle macht had, begint af te brokkelen. 
In de hoge middeleeuwen onstonden de eerste steden in West-Europa en tegen betaling krijgen ze een zekere mate van zelfstandigheid. Dit is de tijd waarin de indrukwekkende kathedralen worden gebouwd en de eerste universiteiten ontstaan. In deze periode begint ook de Nederlandse literatuur.
De vroege middeleeuwen zijn voor de Nederlandse literatuur minder belangrijk, omdat er geen teksten zijn overgeleverd. Het is de tijd van de adel (ridders) en de geestelijken (priesters en monniken). Wie niet tot een van deze twee groepen behoorde, had niets te vertellen. De adel verdeelt het land door middel van het leenstelsel. De hoogste vorst leent land uit aan andere edellieden. Die zijn "de baas" in het gebied dat ze geleend hebben. In ruil daarvoor moeten ze trouw aan de vorst zweren en belasting betalen. Er waren nog geen steden in wat nu Nederland heet.

Slide 6 - Tekstslide

Allereerste Nederlandse literaire tekst

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu



gevonden in een Oudengels prekenhandschrift, omstreeks 1100

Slide 7 - Tekstslide

Echte oudste Nederlandse zin
De zin olla vogala ... is wel de oudste literaire zin, maar niet het alleroudste Nederlands. Dat is:
maltho thi afrio lito  

Deze zin stond in een wetboek uit de zesde eeuw
betekenis
Ik maak je vrij, halfvrije
Deze zin werd uitgesproken als een halfvrije (een soort slaaf) helemaal vrij werd gemaakt.
 

Slide 8 - Tekstslide

Het leven in de middeleeuwen
Je hebt gezien dat de middeleeuwse maatschappij een standenmaatschappij was. Gedurende het grootste deel van de middeleeuwen waren er maar twee standen: de geestelijkheid en de adel. Pas vanaf de late middeleeuwen wordt een derde stand belangrijk: de burgerij. Dit zijn de inwoners van de steden.

Slide 9 - Tekstslide

Literatuur in de middeleeuwen
Uit de vroege middeleeuwen is geen Nederlandse literatuur overgebleven. Dat komt doordat in die tijd verhalen niet werden opgeschreven, ze werden alleen verteld. We noemen dat orale literatuur. Pas in de hoge middeleeuwen begint men heel af en toe verhalen op te schrijven op perkament, zodat wij ze nog steeds kunnen lezen. Bekijk de volgende video over boeken en geschriften in de middeleeuwen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Boekdrukkunst
In de volgende video wordt gesproken over de uitvinding van de boekdrukkunst aan het einde van de middeleeuwen (1445)  door Johannes Gutenberg. Gutenberg heeft uitgevonden dat je kon drukken met losse letters. Voor die tijd kon men wel al een complete pagina van een boek uit hout snijden (blokboek) en deze drukken. Maar dat was verschrikkelijk veel werk. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Algemene kenmerken
  • Orale traditie: verhalen gingen van mond tot mond – weinig mensen konden lezen en schrijven

  • Waarom op rijm?
  • Overgang van orale naar schriftelijke traditie (oudst bewaarde Nederlandse zin)
  • Probleem van datering, veel fouten en verbeteringen, en schrijvers onbekend

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Werk in duo's
- Beantwoord de vragen 1 t/m 7 in de uitgedeelde opdracht (+/- 20 minuten). 

- Klaar? Ga op zoek naar antwoord op onderstaande vragen (je mag internet gebruiken, bijvoorbeeld www.literatuurgeschiedenis.nl) Schrijf je antwoorden op! 

1.  Wat is een ridderroman en waar en wanneer ontstonden deze?
2. Wat is het verschil tussen een Arthurroman en een Karelroman?
3. Wat is een hofdag?
4. Wat betekent 'hoofsheid' en wat is 'hoofse literatuur'?



Slide 18 - Tekstslide