Postoperatieve zorg

Postoperatieve zorg
Opdrachten en nabesprekingen 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Postoperatieve zorg
Opdrachten en nabesprekingen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus 
Uit de onderzoeken blijkt dat mevrouw een chronische darmziekte heeft. 
Ze moet geopereerd worden, dus wordt mevrouw Yilmaz overgeplaatst naar de chirurgische afdeling. Daar wordt mevrouw voorbereid voor de operatie. Bij deze voorbereidingen zijn verschillende disciplines betrokken.

Mevrouw ziet heel erg op tegen de operatie. Gelukkig helpt het dat ze goed wordt voorgelicht en begeleid: dat geeft haar al iets meer vertrouwen.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vandaag 
Wat? Je kunt vertellen wat postoperatieve zorg inhoud.

Hoe: Korte video over de recovery, lezen achtergrondinformatie en creëren en maken spel '30 seconds' en spelen. Hierna volgen een aantal dia's met vragen.  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn je leervragen gericht op postoperatieve zorg?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ervaring 
Wie is er wel eens geopereerd en kan iets vertellen wat er vlak voor de operatie gebeurde en hoe zag het verloop erna eruit? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

7 minuten

  1. Wat is de holding?
  2. Waar zijn mensen angstig voor, wat doen de verpleegkundigen hier om dit weg te nemen? 
  3. Wat is de fase recovery? 
  4. Welke vaardigheden worden verwacht om hier te werken? 
  5. Wat zijn de werkzaamheden op de recovery? 
  6. Waarom is samenwerking van belang?
'30 seconds'
Lees postoperatieve zorg uit Learnbeat en maak de opdrachten. 
Maak 4 kaartjes met 3 blauw gedrukte termen gericht op postoperatieve zorg om met elkaar 30 seconds spel te maken. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de operatie wordt de patiënt uitgeleid? De anesthesist kijkt hierbij of de patiënt?
A
Zelf kan ademen
B
vitale functies in orde zijn
C
weer wat bij bewustzijn komt
D
alle genoemde onderdelen

Slide 8 - Quizvraag

Dit betekent dat de anesthesist aan het eind van de operatie er weer voor zorgt dat men op eigen kracht kan ademen. Ook kijkt deze of alle vitale functies en reflexen in orde zijn en de patiënt weer een beetje aanspreekbaar is.  
Wat controleer controleer je als je als verpleegkundige een patiënt ophaalt op de uitslaapkamer?

Slide 9 - Woordweb

Ophale altijd door 2 verpleegkundigen! 
Overdracht verkoever vepleegkundige over:
  • Vitale functies (niet langer dan een kwartier geleden gedaan).
  • Aanspreekbaarheid.
  • Wel/ geen zuurstof.
  • Vochtbalans.
  • Infusiebeleid en medicatie.
  • Wond en wondverband.
  • Eventuele drains.
  • Pijnscore en pijnmedicatie, wanneer voor het laatst gehad.
  • Postoperatieve opdrachten voor op de afdeling.
Bij voorkeur volgens het ABCDE - assessment

Wat is de verpleegkundig zorg direct op de afdeling (eerste 15 minuten)

Slide 10 - Woordweb

Patiënt installeren
Controle vitale functies. In het begin doe je dit frequent, wanneer patiënt stabiel blijft wordt de frequentie lager.
Goed het verslag en de opdrachten van de anesthesie nalopen op afspraken, vochtbalans.
Wie is verantwoordelijk de eerste 24 uur? 
Wie is 'meestal' de eerste 24 uur het eerste aanspreekpunt voor de zorg bij problemen?
A
de chirurg
B
de internist
C
de anesthesist
D
de zorgvrager zelf

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen 
Wat: Je kunt casusgericht de postoperatieve zorg beschrijven en risico's en inschatten. 

Hoe: Postoperatieve zorg algemeen geordend volgens de gezondheidspatronen van Gordon, nabespreken aan de hand van dia's met quizvragen en/of mindmaps. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Beredeneer de postoperatieve zorg geordend aan de gezondheidspatronen van Gordon + nabespreken. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hypostatische pneumonie?
A
longontsteking door een infectie
B
longonsteking door slecht doorademen
C
lucht tussen de pleurabladen
D
pneumothorax

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Overige aandachtspunten bij gezondheid en instandhouding?

Slide 15 - Woordweb

  • Goed naleven van eventuele instructies bijvoorbeeld anticoagulans om trombose te voorkomen.
  • Letten op de juiste houding en goed doorademen. 
  • Hoestinstructie, bij grote buikwond tegendruk geven met een klein kussentje.
  • Is de fysiotherapie ingeschakeld. 
Afkoring voor misselijkheid en braken in de postoperatieve fase
A
PAR
B
POMB
C
POWI
D
VAS

Slide 16 - Quizvraag

  • PAR = post anesthesia recovery-score 
  • POMB = post operatieve misselijkheid en braken 
  • POWI = postoperatieve wondinfectie 
  • VAS = visueel analoge scale (pijnscore, bijvoorbeeld met gezichtjes of een lijn)  
Naast het feit dat misselijkheid veel ongemak geeft aan een patiënt zijn er ook andere belangrijke risico’s zoals een wondbeuk, aspiratie en elektrolytenverstoring.
Vaak is er medicatie afgesproken tegen de misselijkheid.  Mocht dit niet voldoende zijn, overleg dan met de arts.

Aandachtspunten voedings- en stofwisselingspatroon

Slide 17 - Woordweb

Wanneer mag de patiënt weer eten en drinken? 
Wat is het voedingsbeleid?
Na epidureale en spinale anesthesie mag een patient weer snel eten en drinken. Soms wordt even gestart met SV 

Uitscheidingspatroon.
Binnen welke tijd moet een patiënt hebben geürineerd postoperatief?
A
< 2 uur
B
< 4 uur
C
< 6 uur
D
< 8 uur

Slide 18 - Quizvraag

Let op diurese.
Binnen zes uur moet de zorgvrager hebben geürineerd. Zo niet kan je met een bladderscan controleren of er retentie in de blaas zit. (retentie > 400 ml urine in de blaas)
Overleg zo nodig voor een eenmalige katheterisatie of verblijfskatheter.

Bij welke medicatie moet je extra alert zijn op het stilleggen van de darmen?
A
Opiaten
B
Paracetamol
C
Antibiotica
D
Fraxiparine

Slide 19 - Quizvraag

Patiënt is vooraf gelaxeerd en de narcose legt de peristaltiek enige tijd stil.
Een en ander hangt af van de soort operatie.
Een patiënt is ook minder actief, lijdt ook tot obstipatie.

Oorzaken voor verstoring slaap en rustpatroon

Slide 20 - Woordweb

  • overdag al veel geslapen.
  • postoperatieve ongemakken als pijn, misselijkheid en lijnen drains, houding in bed. 
  • Omgevings-geluiden. 
  • stress en spanning 

Welke onderdelen vallen onder cognitie- en waarnemingspatroon.
A
pijn
B
temperatuur
C
acute verwardheid
D
alle onderdelen vallen hieronder

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Postoperatief 
Na de operatie komt mevrouw Yilmaz terug op de afdeling, waarbij er postoperatieve zorg plaatsvindt. Er is een ileostoma bij mevrouw aangelegd. Daarnaast heeft ze een infuus gekregen. Door de nieuwe situatie is het noodzakelijk de verpleegplannen bij te stellen.
(De rest van de gegevens op papier)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht postoperatieve complicaties 
Placemat

Groepsopdracht. 
Maak een indeling op een A3 volgens het aantal studenten. 
Ieder vult eerst zijn eigen deel in. Beschrijf zoveel mogelijk postoperatieve complicaties en eventuele interventies.  Draai na enige tijd het vel en vul elkaar aan. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meest voorkomende complicaties

  • Blokkade van de luchtwegen en/of hypostatische pneumonie.
  • Defecatie- en mictieproblemen
  • Wondinfectie
  • Postoperatieve nabloeding
  • Pijn
  • Ondertemperatuur
  • Postoperatieve misselijkheid
  • Acute verwardheid
  • Trombose 
  • Maagdilatatie
  • Stoornissen in de vocht- en elektrolytenbalans.
  • Stoornissen in zuurbase evenwicht
  • Sepsis
  • Decubitus


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
1. Bekijk nog eens goed de literatuur ‘Zorgvragers met een aandoening aan het spijsverteringskanaal.
a. Wat is een ileostoma?
b. Wat zijn de aandachtspunten postoperatief gericht op het stoma?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Eindstandig stoma
Bij een eindstandig ileostoma wordt het uiteinde van de dunne darm gehecht in de buikwand.
De verderop gelegen dikke darm is dan óf geheel verwijderd óf gesloten in de buik achtergelaten.
Het is mogelijk dat de dikke darm als eindstandig colostoma (slijmfistel) wordt ingehecht.
De verderop gelegen dikke darm kan alleen worden gesloten als de toegang tot de anus open is. Het slijm dat in dit darmdeel wordt geproduceerd moet namelijk het lichaam kunnen verlaten.
Kenmerken van een ileostoma:
De stoma bevindt zich rechts op de onderbuik, onder het niveau van de navel

Een ileostoma is meestal gemaakt van de laatste lis van de dunne darm. Het vocht is nog niet uit de dunne darm geresorbeerd. Daarom is de ontlasting dun en enzymrijk en is de hoeveelheid veel groter: uit de stoma komt 500 tot 600 gram ontlasting per dag.
Het stukje darm dat uit de buikwand steekt (de nippel) is 2 tot 4 cm groot.

Slide 28 - Tekstslide

Een colostoma = kunstmatige uitgang van de dikke darm.
De ontlasting verlaat niet langer via de anus het lichaam, maar via een uitgang – de stoma – op de buik.
Dit gebeurt als een deel van de dikke darm is verwijderd en het niet meer mogelijk is de twee overgebleven darmdelen weer aan elkaar te hechten.
Omdat de stoma geen kringspier heeft die de ontlasting binnenhoudt, kan er op elk moment ontlasting naar buiten komen.
Vaak produceert dit stoma na het ontbijt de meeste ontlasting. De ontlasting wordt opgevangen in speciaal stomaopvangmateriaal.
Een colostoma kan op verschillende delen van de dikke darm worden aangelegd: hoog of laag op de darm. Ligt een stoma laag op de dikke darm – dus is alleen de endeldarm weggenomen – dan blijft de ontlasting nog altijd vrij dik. Hoe groter het stuk darm is dat is weggehaald, hoe dunner de ontlasting naar buiten komt.
meestal op de linker onderbuik
Hoe ziet de ontlasting eruit, motiveer het antwoord
ontlasting is dik, productie ongeveer 300ml brijachtige tot vast ontlasting.
Zakje is daarom dicht en wordt geheel verschoond wanneer het half vol is. .

Slide 29 - Tekstslide

Eindstandig stoma
Bij een eindstandig stoma wordt het uiteinde van de darm naar buiten gehaald en in de buikwand vastgehecht. Er komt alleen ontlasting naar buiten. Het stuk darm dat vanuit het rectum komt, is in deze situatie óf helemaal verwijderd òf het laatste stuk endeldarm is dichtgehecht en ligt nog in de buikholte. In de laatste situatie kan er mogelijk nog een hersteloperatie worden uitgevoerd. Als een stuk endeldarm nog in de buikholte ligt, dan is het mogelijk dat via het rectum slijm wordt afgescheiden.

Slide 30 - Tekstslide

Een stoma operatie is altijd onder algehele narcose.
Je zult dus postoperatief goed moeten letten op de ademhaling. Ademt de zorgvrager goed door.
Observeer goed op een eventuele nabloeding van het stoma, eventuele roodheid, zwelling in het operatiegebied.
Let goed op pijnklachten en zorg voor goede pijnmedicatie.
Zodra het mogelijk is en de zorgvrager goed wakker is en geen misselijkheidsklachten heeft mag deze starten met eten. Dit bevordert vaak ook het herstel.
Ook mobiliseren moet zo snel mogelijk worden uitgevoerd. (Even op een stoel naast bed bijvoorbeeld)
Bij een ileostoma is het goed om de productie bij te houden. Eventueel met een goede vochtbalans. Via het stoma kan er veel vocht verlies optreden.

Opdracht 
Werk vraag 2, 3 en 4 uit van leeractiviteit 2 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke instelling staat bij jou de infuuspomp?
1,5 liter gluc/zout per 24 uur
A
42 ml/uur
B
42 druppels/ minuut
C
63 ml/uur
D
63 druppels/minuut

Slide 32 - Quizvraag

1,5 liter/24 uur = 1500/24 – 62,5= 63ml/uur.
Perfalgan is een....
A
anestheticum
B
antibiotica
C
analgeticum
D
benzodiazepine

Slide 33 - Quizvraag

Perfalgan is een analgeticum (verlicht de pijn) en antipyreticym (verlaagt de koorts). Toepassing bij kortdurende behandeling van matige pijn, met name na operaties.
Bijwerkingen: leverbeschadiging. Daarom mag je de aanbevolen dosering niet overschrijden. Zeldzaam: gevoel van onwelzijn, verlaagde bloeddruk.

Anesthetica = medicatie om de pijn te blokkeren als anesthesie.
Analgeticum= pijnstillers die op verschillende wijze kunnen werken 

Hoeveel milligram Perfalgan (10mg/ml) geef je als je het flesje met 100ml hebt toegediend?
A
10 mg
B
100mg
C
1000 mg
D
10.000mg

Slide 34 - Quizvraag

10mg per ml = 10 x 100 = 1000mg.
100 ml. Perfalgan mag worden toegediend in 15 minuten. Je geeft het via de pomp. Waar stel je de pomp op in?
A
100 ml/uur
B
200 ml/uur
C
300 ml/uur
D
400 ml/uur

Slide 35 - Quizvraag

Hoeveelheid : aantal minuten x 60 
100 : 15 x 60 = 400 ml/24 uur 
Werking en bijwerkingen morfine? (opiaten)

Slide 36 - Woordweb

Werking: pijnbehandeling bij acute hevige pijn, o.a. postoperatief en myocardinfarct. Chronische hevige pijn (terminale stadium)/ dyspneu en longoedeem/ premedicatie als analgeticum tijdens anesthesie
Pijnstilling morfine 5 mg s.c 3 x dd (aanwezig 10 mg in 2 ml)
Je gaat een dosis geven, hoeveel ml pak je uit voorraad?
A
0,5 ml
B
1 ml
C
1,5 ml
D
2 ml

Slide 37 - Quizvraag

Aanwezig 10 mg per 2 ml

F: Geven / aanwezig x oplossing 
F: 5 : 10 = 0,5 x 2 = 1 ml 
Werking en bijwerking van Ondasetron (Zofran)

Slide 38 - Woordweb

Dit is een serotonine receptorantagonist tegen misselijkheid.
Het kan ook worden gegeven bij misselijkheid en braken als gevolg van cytotoxische chemo- of radiotherapie.

Bijwerkingen: zeer vaak hoofdpijn/ vaak warmtegevoelens of opvliegers, obstipatie, lokale reacties op injectieplaats/ soms: insulten, bewegingsstoornissen, depressie, enz (zie FK)

Een ander middel tegen misselijkheid en braken is...
A
Droperidol
B
Metocloperamide
C
Domperidon
D
Alle genoemde medicatie

Slide 39 - Quizvraag

Droperidol: preventie en misselijkheid met name veroorzaakt door morfinederivaten.
Metoclopramide (primperan ®): verbetert de doorgang van de maag naar de darmen en bevordert de peristaltiek.
Domperidon verbetert ook de peristaltiek 

Verklaar de relatief hoge bloeddruk en hartslag postoperatief.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies