Herhaling klas 2 Hoofdstuk 1 pincode

• Economie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

Harry heeft met een baantje geld verdiend. Daarvan koopt hij voor de zomervakantie een kano, zodat hij lekker kan peddelen op het meer bij de camping.

1. De kano is een verbruiksgoed
2. De kano is een basisbehoefte
3. Harry is een consument

Kies bij de volgende bedragen hoe je ze bij economie op de juiste manier noteert: 55 cent

Kies bij de volgende bedragen hoe je ze bij economie op de juiste manier noteert: 3 1/2 euro

Kies bij de volgende bedragen hoe je ze bij economie op de juiste manier noteert: 7 euro

Kies bij de volgende bedragen hoe je ze bij economie op de juiste manier noteert: elfduizend euro

Net voor de school weer begon kocht Harry schoolspullen. Hij kocht:
- 15 schriften, samen voor € 4,85
- vier pennen van € 0,90 per stuk
- een gum voor € 0,40
- een geodriehoek voor € 0,60

Harry zoekt een nieuwe telefoon. Loes vertelt dat ze erg tevreden is over haar nieuwe smartphone. Daarom koopt Harry dezelfde.

1. Hier is sprake van commerciële beïnvloeding
2. Hier is sprake van sociale beïnvloeding
3. Harry maakt zijn eigen keuze

Harry wil een abonnement op het blad Autoweek nemen. Normaal betaal je voor 5 nummers € 19,75. Bij een proefabonnement van 5 nummers krijg je 24% korting.
Bereken hoeveel Harry betaalt voor een proefabonnement.

Consumentenorganisaties testen producten van verschillende merken.
Wat is een andere taak van consumenten organisaties?

1. Consumentenorganisaties maken wetten met regels over de veiligheid van producten
2. Consumentenorganisaties geven uitleg over je rechten als consument.
3. Consumentenorganisaties geven advies aan winkeliers over de kwaliteit van producten.
4. Consumentenorganisaties bepalen hoe lang je garantie krijgt op een product.

Je hebt 3 weken geleden een nieuwe telefoon gekocht. En nu doet hij het telkens niet meer. Je gaat terug naar de winkel. De winkelier kan 3 dingen doen.
Wat is de juiste volgorde van wat de winkelier kan doen?

1. Repareren. Omruilen voor een nieuwe. Geld teruggeven.
2. Repareren. Geld teruggeven. Omruilen voor een nieuwe.
3. Omruilen voor een nieuwe. Repareren. Geld teruggeven.
4. Geld teruggeven. Omruilen voor een nieuwe. Repareren.

Harry betaalt voor een abonnement
€ 16,25 per maand.
Bereken hoeveel dat is per week.

Harry heeft per maand de volgende uitgaven:
Dagelijkse uitgaven € 270, vaste lasten € 745, incidentele uitgaven € 320.
Harry heeft een weekloon van € 315.
Verdient Harry genoeg om zijn uitgaven te kunnen betalen?

Harry wil een nieuwe mountainbike van € 1.170 kopen.
Hoeveel moet Harry per maand reserveren om over anderhalf jaar deze fiets te kunnen kopen?