W15 EN 2G1 les 2 Unit5.4

Week 16, Lesson 2

New Grammar: 
relative pronouns

Phrases
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week 16, Lesson 2

New Grammar: 
relative pronouns

Phrases

Slide 1 - Tekstslide


Today

Grammar: Relative Pronouns
and Phrases

Slide 2 - Tekstslide

My goals

After this lesson I can use relative pronouns to introduce relative clauses
After this lesson I master Vocab 5.3
After this lesson I can describe someone and talk about something you have heard or seen

Slide 3 - Tekstslide

What to do?
Everyone does exercise 32

Listen to the instruction on relative pronouns if you scored less than 75% on CU6 and afterwards do exercises 34 and 35

Do exercise 39 if you made less than 3 mistakes in CU 6

Slide 4 - Tekstslide

Let's start with something new
Relative pronouns

Weet je nog wat betrekkelijk voornaamwoorden zijn als we in het Nederlands zinnen ontleden?


Slide 5 - Tekstslide

Relative Pronouns
Relative pronouns zijn betrekkelijk voornaamwoorden; 
ze hebben betrekking op iets wat eerder in zin is genoemd en waar je meer informative over gaat geven in.

(Dat hele stukje zin met nieuwe informatie noemen we in het Engels de relative clause)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Grammar and Phrases

Grammar (relative pronouns): go to eDition Unit 5.4 and do exercises 34+35

After you finish eDition, return to this lesson

Slide 10 - Tekstslide

Look back

Did you score less than 75% in exercises 34 and/or 35?
Do Practice More  Grammar 4-5 in Lesson 5.4

Make sure you can use relative pronouns!

Slide 11 - Tekstslide

Look forward

The next and last lesson of this week
Self Test Grammar Unit 5

Before you open Lesson 2:
Study grammar 5.1, 5.3, 5.4 and 5.6

Slide 12 - Tekstslide