Eerste les biologie

Welkom bij Biologie
Mevrouw Millenaar
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Biologie
Mevrouw Millenaar

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Voorstellen
  • Verwachtingen
  • Introductie biologie

Slide 2 - Tekstslide

Voortstellen
Mevrouw Millenaar

Slide 3 - Tekstslide

Algemene verwachtingen lokaal​

  • Niet eten/drinken​
  • Geen jassen/petjes/mutsen op ​
  • Geen mobieltjes 


Slide 4 - Tekstslide

Verwachtingen binnenkomst ​
  • Kom rustig het lokaal binnen​
  • Wij begroeten elkaar 
  • Kauwgom in de prullenbak​
  • Telefoon zit in je kluis ​of in de telefoontas
  • Loop meteen naar je eigen plaats​
  • Spullen uit de tas, tas op de grond



Slide 5 - Tekstslide

Verwachtingen tijdens de les​
  • Blijf op je plek zitten​
  • Vinger opsteken als je iets wil zeggen/vragen​
  • Wees stil tijdens de uitleg


Slide 6 - Tekstslide

Nodig bij biologie
Boek (1a/1b)
Schrift
Pen/potlood/kleurpotloden
soms je rekenmachine

Slide 7 - Tekstslide

Wat is biologie?
  • Bios (leven) + Logos (leer)

Slide 8 - Tekstslide

En dan nu
Uitleg hoe het boek werkt
Lezen basisstof 1 van thema 1 

Slide 9 - Tekstslide

Planner

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de sterkste spier in het menselijk lichaam?
A
Kauwspier
B
Rugspier
C
Biceps (=armspier)
D
Dijspier (=bovenbeenspier)

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel haren heeft een gemiddeld mens op zijn hoofd?
A
2000 - 4000
B
20.000 -40.000
C
40.000 - 60.000
D
80.000 - 150.000

Slide 12 - Quizvraag

Het lichaam van een brugklasser van 40 kg bevat .... liter water
A
10 liter
B
18 liter
C
28 liter
D
32 liter

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveel groeit een haar in één week?
A
0,1 mm
B
6 mm
C
2,1 mm
D
30 mm

Slide 14 - Quizvraag

Je hebt een broodje gegeten. Hoe lang duurt het voor dat je de resten kunt zien? uitpoepen?
A
12 uur
B
15 uur
C
24 uur
D
36 uur

Slide 15 - Quizvraag

Uit hoeveel botten bestaat jouw skelet?
A
106
B
206
C
176
D
236

Slide 16 - Quizvraag

LEVEND - DOOD - LEVENLOOS

Slide 17 - Tekstslide

BS 1.1 LEERDOELEN
1.1.1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
1.1.2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
1.1.3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 18 - Tekstslide

ORGANISME


Levend wezen

Kun je 4 verschillende hoofdgroepen van levende wezens noemen? 

timer
0:30

Slide 19 - Tekstslide

7 LEVENSVERSCHIJNSELEN

Ademhalen

Voortplanten

Uitscheiden

Waarnemen

Voeden

Groeien

Bewegen


Zien, ruiken, voelen, proeven, horen
Ezelsbruggetje
Als Vader Uitgaat Wordt Vader Goed Bezopen

Slide 20 - Tekstslide

DOOD

Geen levensverschijnselen meer


Heeft wel geleefd

Slide 21 - Tekstslide

LEVENLOOS


Nooit geleefd

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken
  • Met ander kleur verbeteren 

Nakijken vraag 1 en 2

Slide 23 - Tekstslide

1Biologie gaat over organismen.
a Wat is een organisme?
Een organisme is een levend wezen
b Waardoor weet je of iets een organisme is?
Doordat het levenskenmerken heeft.
c Geef vijf voorbeelden van organismen.
Bijvoorbeeld: ikzelf, de docent, mijn huisdier, een vogel, een boom, een
plant, een bacterie, een paddenstoel.

2 Organismen hebben levenskenmerken.
a Wat zijn levenskenmerken?
Levenskenmerken zijn kenmerken waardoor je weet dat iets leeft.
b Waarnemen, voeden, groeien en voortplanten zijn levenskenmerken.
Geef nog drie levenskenmerken.
ademhalen, bewegen, uitscheiden
c Planten hebben wel levenskenmerken.

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten: 
In je boek de leerstof doorlezen daarna! opdrachten maken.


Maken: 3 t/m 5   nakijken doen we nog 1x in de les hierna
!vragen noteren voor de volgende les

Slide 25 - Tekstslide