Quiz Bloed klas 2
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Bestaat bloedplasma uit water en opgeloste stoffen?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
2. Is deel P een
bloedplaatje?
bloedplaatje?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
3. Is deel Q een rode bloedcel?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
4. Gaat de grote bloedsomloop van het hart naar de longen en weer terug?
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quizvraag
5. Maken witte bloedcellen ziekteverwekkers onschadelijk?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
6. Wordt in de longen koolstofdioxide opgenomen in het bloed?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
7. Stroomt in bloedvat 3
bloed met veel zuurstof?
bloed met veel zuurstof?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
8. Stroomt in bloedvat 4
bloed met veel
koolstofdioxide?
bloed met veel
koolstofdioxide?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
9. Hoort bloedvat 1 bij
de grote bloedsomloop?
de grote bloedsomloop?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
10. Vervoeren rode bloedcellen zuurstof?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quizvraag
11. Met welke letter
is een slagader
aangegeven?
is een slagader
aangegeven?
A
Met letter Q
B
Met letter R
C
Met letter S
Slide 12 - Quizvraag
12. Met welke letter is
een ader aangegeven?
een ader aangegeven?
A
Letter Q
B
Letter R
C
Letter S
D
Slide 13 - Quizvraag
13. Van welk bloedvat is een lengtedoorsnede getekend?
A
Ader
B
Haarvat
C
Slagader
Slide 14 - Quizvraag
14. Hoe noem je de kleinste bloedvaten in organen?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
Slide 15 - Quizvraag
15. Welke bloedvaten liggen diep in het lichaam?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
16. Welk bloedvat of welke
bloedvaten vervoeren bij
Nordic Walking meer
zuurstof dan normaal?
bloedvaten vervoeren bij
Nordic Walking meer
zuurstof dan normaal?
A
De armslagader
B
De beenslagader
C
Zowel de arm- als de beenslagader
Slide 18 - Quizvraag
17. Wat vervoert de longslagader bij Nordic Walking meer dan normaal?
A
Koolstofdioxide
B
Rode bloedcellen
C
Zuurstof
Slide 19 - Quizvraag
18. Welke bloedvaten horen
bij de kleine bloedsomloop?
bij de kleine bloedsomloop?
A
2 en 3
B
3 en 4
C
2 en 5
Slide 20 - Quizvraag
Hieronder staan de onderdelen van de grote bloedomloop.
1. Aorta.
2. De organen in de rest van het lichaam.
3. Holle ader.
4. Linkerkamer.
5. Rechterboezem.
19. In welke volgorde stroomt het bloed door de onderdelen? Begin bij de linkerkamer.
1. Aorta.
2. De organen in de rest van het lichaam.
3. Holle ader.
4. Linkerkamer.
5. Rechterboezem.
19. In welke volgorde stroomt het bloed door de onderdelen? Begin bij de linkerkamer.
Slide 21 - Open vraag
20. Wat is de naam van deel 1?
