MM Herhaling 3.3 + 3.4

• MM
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

3.3 - Godsdiensten in onze samenleving

5 wereldgodsdiensten =

Christendom

Jodendom

Islam

Hindoeïsme

Boeddhisme

Vrijheid van godsdienst =

Je mag zelf weten in welke godsdienst je gelooft

Heilige boeken van de 

5 godsdiensten

Christendom

Jodendom

Islam

Hindoeïsme

Boeddhisme

Bijbel

Thora

Koran

Veda's

Doorverteld

Hindoeïsme en Boeddhisme

Geloven in meerdere goden

Goden van het hindoeïsme

Reïncarnatie = het geloof dat je na je dood weer terug komt op aarde

Bij de 5 wereldgodsdiensten geloven de mensen in meerdere goden

1. waar
2. niet waar

Bij het Christendom, het Jodendom en de Islam geloven de mensen in dezelfde god

1. waar
2. niet waar

Wat zijn de vijf wereldgodsdienten?

Vrijheid van godsdienst =

Waar komt het Hindoeïsme het meeste voor?

1. China
2. India
3. Europa
4. Noord-Afrika

Waar komt het Boeddhisme het meeste voor?

1. China
2. India
3. Europa
4. Noord-Afrika

Waar komt de Islam het meeste voor?

1. Afrika + Midden-Oosten
2. Europa
3. Noord- en Zuid-Amerika
4. China

Religies = Geloven

in Nederland

Levensbeschouwing = hoe je over het leven denkt

Levensbeschouwing = hoe je over het leven denkt

.

Christelijk scholen hebben       

een levensbeschouwing

1. waar
2. niet waar

 Islamitische scholen hebben  

 een levensbeschouwing.

1. Wel
2. Niet

Openbare scholen hebben een levensbeschouwing.

1. Wel
2. Niet

3.4 Omgaan met verschillen

Cultuur =

Wat een groep mensen denkt, doet en maakt

kleding, sport, godsdienst en taal

vanaf je geboorte leer je de cultuur van de groep waar je bij hoort

Wat hoort bij de Nederlandse cultuur?

Normen en waarden

Wat is een norm?

• Wat iemand gewoon (normaal) vindt.

Wat is een waarde?

• Wat iemand belangrijk vindt.
  

Norm of waarde?
Bij een begroeting de handen schudden.

1. Norm
2. Waarde

Norm of waarde?
Mensen met respect behandelen

1. Norm
2. Waarde

Norm of waarde?
Iemand aankijken tijdens een gesprek.

1. Norm
2. Waarde

Norm of waarde?
Bidden voor het eten.

1. Norm
2. Waarde

Feiten, meningen, argumenten

Wat is een feit?

• iets wat je kunt bewijzen of controleren.

Wat is een mening of standpunt?

• wat je ergens van vindt.

Wat is een argument?

• uitleg waarom je een bepaalde mening hebt.

Dit is een mooi beeld.

1. Feit
2. Mening

Als je uitlegt waarom je het beeld uit de vorige vraag wel of niet mooi vindt is het een:

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Standpunt

Roken is slecht voor je.

1. Feit
2. Mening

Geef een argument waarom roken slecht voor je gezondheid is.