De overheid grijpt in op de arbeidsmarkt om ongewenste effecten te voorkomen.
Een voorbeeld van ongewenste effecten zijn
te lage prijzen op de markt waardoor sommige
lonen onder het bestaansminimum komen.
De overheid grijpt dan in met het minimumloon.
Omdat het minimum loon voor sommige beroepen
boven de loonvorming (marktevenwicht), ontstaat
er (structurele) werkloosheid.