C1-un 2 en 3 dictee y verbos

Practicamos para el examen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Practicamos para el examen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vamos a escuchar 5 números

lo repito 2 veces
tenéis 10/15 secundos para escribir el número.
vosotros escribís los números en http://lessonup.app/
necesitáis un código.

Slide 4 - Tekstslide

vamos a escuchar el número 2 veces
número 1:
timer
0:10

Slide 5 - Open vraag

vamos a escuchar el número 2 veces
número 2:
timer
0:10

Slide 6 - Open vraag

vamos a escuchar el número 2 veces
número 3:
timer
0:10

Slide 7 - Open vraag

vamos a escuchar el número 2 veces
número 4:
timer
0:10

Slide 8 - Open vraag

vamos a escuchar el número 2 veces
número 5:
timer
0:15

Slide 9 - Open vraag

Vamos a practicar los verbos

verbos regulares
Hint: dit soort werkwoorden moet je kunnen vervoegen op het preofwerk. 

Slide 10 - Tekstslide

Op welke 3 manieren kan een hele werkwoord in het Spaans eindigen?
timer
0:10
A
-AR, -IR, -OR
B
-AR, -ER, -IR
C
-AR, -ER, -UR

Slide 11 - Quizvraag

Welk werkwoord betekent zowel 'wonen' als 'leven' in het Spaans?
timer
0:10
A
Trabajar
B
Tener
C
Ser
D
Vivir

Slide 12 - Quizvraag

vervoeg: llamarse (tú)
timer
0:10
A
te llama
B
tú llamas
C
te llamas
D
llamas

Slide 13 - Quizvraag

vervoeg: comer (Susana y tú)
timer
0:10
A
coméis
B
comes
C
comen
D
comed

Slide 14 - Quizvraag

vervoeg: trabajar (mi padre)
timer
0:10
A
trabajo
B
trabajas
C
trabajan
D
trabaja

Slide 15 - Quizvraag

vervoeg: vivir (los abuelos)
timer
0:10
A
viven
B
vivís
C
vivan
D
vives

Slide 16 - Quizvraag

Vervoeg: hablar (yo)
A
hablo
B
hablas
C
habla
D
hablamos

Slide 17 - Quizvraag

Vervoeg: escribir (ellos)
A
escriban
B
escribin
C
escriben
D
escribe

Slide 18 - Quizvraag

vervoeg: andar (usted)
timer
0:10
A
andes
B
anda
C
andas
D
ande

Slide 19 - Quizvraag

vervoeg: vestirse (vosotros)
timer
0:10
A
os vestéis
B
vos vestís
C
vosotros vestéis
D
os vestís

Slide 20 - Quizvraag

Op welke 3 manieren kan een heel werkwoord eindigen in het Spaans?
A
-AR/-ER/-IR
B
-RA/-RE/-RI
C
-O/-A/-N
D
-EN/-AN/-IS

Slide 21 - Quizvraag