Exploring the Future Tenses in Dutch

Exploring the Future Tenses
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Exploring the Future Tenses

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nog van de future tenses?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

What are Future Tenses?
Future tenses tell us what is going to happen, what we are about to do or what we predict that will happen

Slide 3 - Tekstslide

Explain to the students what future tenses are and why they are important to learn.
Simple Future Tense
The simple tense of Future is going to happen.
Something is happening according to a schedule or a timetable.

The shop opens at 8am.
The bus leaves at 9pm.
The match is tonight.


Slide 4 - Tekstslide

Explain how to form the simple future tense and provide examples. Have students practice forming sentences using the simple future tense.
Future going to + will
The future perfect tense consists of 2 possibilities.
1. We planned to do something. (Going to)
1. I am going to see that movie later this week.

2. We think or predict that something will happen. (Will)
2. We will see eachother soon.


Slide 5 - Tekstslide

Explain how to form the future perfect tense and provide examples. Have students practice forming sentences using the future perfect tense.
Form a future simple sentence now:

Slide 6 - Open vraag

Have students enter three things they learned in this lesson. With this they can indicate their own learning efficiency of this lesson.
Now form future sentence with something that you planned to do:

Slide 7 - Open vraag

Have students enter three things they learned in this lesson. With this they can indicate their own learning efficiency of this lesson.
Lastly, make a sentence with a prediction using the future tense.

Slide 8 - Open vraag

Have students enter three things they learned in this lesson. With this they can indicate their own learning efficiency of this lesson.
Last time:
Future simple: According to a timetable or schedule.

Future going to: Something is planned in the future.

Future will: We predict or think that something will happen.

Slide 9 - Tekstslide

Provide an exercise for students to practice forming sentences using the future perfect tense. Have them share their sentences with the class.
Waarom gebruiken we de vorm van de future in de komende zinnen?

Slide 10 - Tekstslide

Explain how to form the future perfect tense and provide examples. Have students practice forming sentences using the future perfect tense.
We ARE GOING on a school trip next week.
A
Omdat het gepland staat
B
We verwachten dat het gebeuren gaat
C
Het gaat volgens een rooster schema

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We WILL find a dress in that shop down the road
A
Omdat het gepland staat
B
We verwachten dat het gebeuren gaat
C
Het gaat volgens een rooster schema

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We WILL find the way back if we keep walking further
A
Omdat het gepland staat
B
We verwachten dat het gebeuren gaat
C
Het gaat volgens een rooster schema

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The club opens its doors at midnight
A
Omdat het gepland staat
B
We verwachten dat het gebeuren gaat
C
Het gaat volgens een rooster schema

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The club opens its doors at midnight every Saturday
A
Omdat het gepland staat of van plan bent te doen
B
We verwachten dat het gebeuren gaat
C
Het gaat volgens een rooster schema

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The club is going to open its doors at midnight for the first time
A
Omdat het gepland staat of van plan bent te doen
B
We verwachten dat het gebeuren gaat
C
Het gaat volgens een rooster schema

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The train leaves the station at exactly 13:30
A
Omdat het gepland staat of van plan bent te doen
B
We verwachten dat het gebeuren gaat
C
Het gaat volgens een rooster schema

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Write down 2 things you learned in this lesson.

Slide 18 - Open vraag

Have students enter three things they learned in this lesson. With this they can indicate their own learning efficiency of this lesson.
Ask 1 question about something you haven't quite understood yet.

Slide 19 - Open vraag

The students indicate here (in question form) with which part of the material they still have difficulty. For the teacher, this not only provides insight into the extent to which the students understand/master the material, but also a good starting point for the next lesson.