Les 7 bbl

Les 6
- Taalontwikkeling
- Breng moment
- 7 R'S
- Eten en drinken
- Flesvoeding

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 6
- Taalontwikkeling
- Breng moment
- 7 R'S
- Eten en drinken
- Flesvoeding

Slide 1 - Tekstslide

De taalontwikkeling bij baby’s is groot.

- Rond eerste jaar de eerste woordjes
- Voor het eerste jaar zijn de hersenen al bezig met taal en taalbesef.
- Taalbegrip komt voor het taalgebruik
- Taal kan niet ontwikkelt worden zonder anderen
- De passieve woordenschat  baby’s is altijd verder ontwikkeld (begrijpen)dan de actieve (spreken) woordenschat


Slide 2 - Tekstslide

- Veel aandacht voor omdat taalvaardigheid sterk         samenhangt met schoolsucces
- Basis is belangrijk, belangrijk om vanaf geboorte        ook veel taal te gebruiken.
- Gebruik de juiste woorden, noem een eend een eend en geen kwak kwak
- corrigeer 1x niet meerdere keer omdat kind anders niet meer durft te spreken.
- Gebarentaal ondersteund de ontwikkeling van taal
- VVE

Slide 3 - Tekstslide

4 fases taalontwikkeling:
Fase 1 Voortalige fase (0-1 jaar):
- huilen
- taal middel tot contact
- baby's praten om de beurt.
- ervaren en oefenen van klanken
- eerste maanden internationaal brabbelen.
- daarna moedertaal brabbelen
- rond 8 maanden sociaal brabbelen, stemt af op volwassenen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Fase 2 Vroegtalige fase 1- 2,5 jaar);

- klanken die ze horen verwijzen naar materiaal, 
  bijv bal
- Taal krijgt betekenis voor de wereld om hen  
   heen, mama eet etc
- Snel van een woord naar twee woord zinnen
- met 2 jaar ongeveer 300 woorden

Slide 6 - Tekstslide

Fase 3 Differentiatiefase (2,5 -5 jaar):


In deze fase is het kind al uitgegroeid boven het niveau van de korte zinnetjes. Het vertelt al korte verhaaltjes over dingen die gebeuren en gesprekjes met kinderen gaan steeds vaker over dingen en gebeurtenissen buiten het hier en nu.  

Fase 4 : voltooiingsfase
Vanaf vijf jaar, heeft een open eind: het kind kan langere verhalen vertellen, lezen en schrijven en gesprekken voeren.
 


Slide 7 - Tekstslide

                                                           Babygebaren

- Gestart in Amerika 20 jaar geleden geïntroduceerd door de Amerikaanse gebarentaaltolk Joseph Garcia. 
- Door onderzoek dat het niet alleen bij dove ouders werkte maar ook bij horende, vroeger communiceren met je baby.
- Babygebaren toevoegen aan je gesproken taal 
- Rond de  6 mnd babymotoriek voldoende om gebaren te kunnen maken
- Je overbrugt de periode dat je baby de taal wel kent  maar nog niet kan spreken. (passief en actieve woordenschat)
- De baby heeft handvatten zichzelf te uitten
 - Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat gebaren niet alleen de taal- en spraakontwikkeling op jonge leeftijd bevordert, maar ook dat gebarende kinderen, als ze ouder zijn, een voorsprong hebben op niet gebarende kinderen in het lezen, schrijven en spreken.
 





Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Bij de emotionele ontwikkeling gaat het met name over het kind zelf:

- Welke emoties ervaart het kind en hoe gaat het ermee om?

- Hoe uit hij blijdschap?

- Hoe hanteert hij verlies of tegenslag?

- Waar ontleent hij zelfvertrouwen aan?






- Hoe is het kind gehecht aan zijn ouders of andere verzorgers?

- Hoe uit hij zijn gevoelens aan anderen?

- Hoe maakt hij contact? Hoe werkt hij samen?

- Kan hij zich inleven in anderen? 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Brengmoment:  
- Aandacht voor de overgang van ouders naar KDV
- Moeite met overgangsmomenten. 
- Duidelijk afscheid is belangrijk

Slide 12 - Tekstslide

Aandachtspunten bij brengen:

Ondersteun het proces van brengen en afscheid nemen. 
- Verwelkom ieder kind en iedere ouder apart. Neem hiervoor de tijd en zorg voor rust in je houding. Zwaai samen met het kind de ouder uit.
 - Erken gevoelens die kinderen en ouders hebben bij het brengen en afscheid nemen. Benoem emoties die een kind heeft, maar benadruk altijd dat de ouder er tijdelijk niet is en dat de baby bij jullie fijn gaat spelen.
 -Praat over thuis en breng op de opvang de ouders op een natuurlijke manier ter sprake. 


Slide 13 - Tekstslide

Emotionele veiligheid van baby's

Slide 14 - Tekstslide

7 R's
Rust: voldoende slaap, niet teveel prikkels denk aan verwerking in
  de hersenen van de baby. 
Reinheid: hygiëne, baby's zijn kwetsbaar veel ziekte verstoord de
   ontwikkeling.
- Ruimte: ruimte om te bewegen en ontdekken.
- Respect: respect voor de autonomie van de baby
- Richting: regels en grenzen aangeven jij bepaalt
- Regelmaat: zorgt voor voorspelbaarheid en hierdoor voelt de baby
   zich veilig. Vaste rituelen aan bij het brengen, afscheid nemen, naar
   bed brengen en eten.
- Relatie: veilige hechting met de baby, vaste gezichten criterium.
 








Slide 15 - Tekstslide

Eten en drinken
- Baby’s hebben een eigen voedingsritme
- 1-6 mnd flesvoeding, 150 ml voeding per kilogram
  lichaamsgewicht. (max 1 ltr),  je volg je het advies dat
  ouders van het consultatiebureau krijgen.
- 4 - 6 maanden, paar kleine eerste hapjes geven: oefenhapjes. 
- Deze oefenhapjes vervangen nog geen borstvoeding of fles-
   voeding. Ze zijn bedoeld om te wennen aan vaste voeding. 
- Je biedt smaken los aan, dus mengt ze niet.
- Een babymondje is gevoelig en daarom gebruik je een zacht
  plastic lepeltje.





Slide 16 - Tekstslide

Vaste voeding
- Vanaf 6 maanden, vaste voeding nodig naast de borst- of
   flesvoeding. 
- Mag bijna alles eten
- Geen: rauw vlees, rauwe vis of rauw ei, leversmeerworst of
   leverpaté, kaas en honing.
- Vanaf 7 maanden brood met korst; ontwikkeling van
   mondspieren en spraak ontwikkeling
- Vanaf 8 maanden drinken uit oefenbeker

 




Slide 17 - Tekstslide

Flesvoeding bereiden en geven
- Schone handen
- Schoon materiaal
- Eigen flesjes
- Koud kraanwater en verwarmen in flessenwarmer
   of magnetron
- Houdt je aan de aangegeven verhouding! 
- Check temperatuur voordat je de fles geeft
- Bij flesvoeding geven, zit ontspannen in een
   rustige omgeving

Slide 18 - Tekstslide

Flesjes en spenen schoonmaken

- Direct na het voeden spoel je de fles en speen
  goed schoon met koud water. 
- Afwasmachine minimaal 55 grd
- Speciale flessen uitkoker 
Laat de fles en speen na reiniging ondersteboven
   drogen op een droge, schone doek. 
- Controleer de spenen regelmatig op scheurtjes en
   zwakke plekken.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide