Les 7 Profileren werken met 0 jarige

Les 7
- Breng moment
- de 7 R'S
- Inbakeren
- Eten en drinken
- Flesvoeding
- Praktijk keuken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Les 7
- Breng moment
- de 7 R'S
- Inbakeren
- Eten en drinken
- Flesvoeding
- Praktijk keuken

Slide 1 - Tekstslide

Brengmoment:  
- Aandacht voor de overgang van ouders naar KDV
- Moeite met overgangsmomenten. 
- Duidelijk afscheid is belangrijk

Slide 2 - Tekstslide

Aandachtspunten bij brengen:

Ondersteun het proces van brengen en afscheid nemen. 
- Verwelkom ieder kind en iedere ouder apart. Neem hiervoor de tijd en zorg voor rust in je houding. Zwaai samen met het kind de ouder uit.
 - Erken gevoelens die kinderen en ouders hebben bij het brengen en afscheid nemen. Benoem emoties die een kind heeft, maar benadruk altijd dat de ouder er tijdelijk niet is en dat de baby bij jullie fijn gaat spelen.
 -Praat over thuis en breng op de opvang de ouders op een natuurlijke manier ter sprake. 


Slide 3 - Tekstslide

Emotionele veiligheid van baby's

Slide 4 - Tekstslide

7 R's
Rust: voldoende slaap, niet teveel prikkels denk aan verwerking in
  de hersenen van de baby. 
Reinheid: hygiëne, baby's zijn kwetsbaar veel ziekte verstoord de
   ontwikkeling.
- Ruimte: ruimte om te bewegen en ontdekken.
- Respect: respect voor de autonomie van de baby
- Richting: regels en grenzen aangeven jij bepaalt
- Regelmaat: zorgt voor voorspelbaarheid en hierdoor voelt de baby
   zich veilig. Vaste rituelen aan bij het brengen, afscheid nemen, naar
   bed brengen en eten.
- Relatie: veilige hechting met de baby, vaste gezichten criterium.
 








Slide 5 - Tekstslide

                                    Inbakeren.

Wat is inbakeren?

Inbakeren is het in doeken wikkelen van een baby van schouders tot en met voetjes, de armen strak ingepakt en de benen losser (voor een gezonde heupontwikkeling).
Door inbakeren beperk je een baby beperkt in zijn (onwillekeurige) bewegingen zodat hij zich gemakkelijker kan overgeven aan de slaap.
Alleen bij toestemming ouders!

Bakers
-  Elk dorp had tot in de twintigste eeuw verschillende bakers. Een baker moest iemand zijn met veel
    ervaring en liefst zelf ook kinderen hebben. De baker had geen opleiding genoten. Kraamvrouwen-
    opleiding kwam er pas rond 1900.  

Tegenwoordig
Ongeveer 25 jaar geleden werd inbakeren in Nederland herontdekt omdat baby’s steeds onregelmatiger gingen drinken en slapen. De huidige techniek van het inbakeren, mits juist uitgevoerd, is niet belastend voor de groei en de heupontwikkeling. Inbakeren alleen als tijdelijk hulpmiddel toegepast bij baby’s die moeite hebben met slapen. Dankzij inbakeren kan er rust en regelmaat ontstaan. Na enkele maanden raakt de inbakerdoek als hulpmiddel overbodig en kan het inbakeren weer worden afgebouwd. 






Slide 6 - Tekstslide

Wanneer helpt inbakeren?
- Baby's die moeite hebben om zelf in slaap te vallen
- Baby's die alleen maar hazenslaapjes doen
- Baby's die snel overprikkeld zijn
- Baby's die veel huilen van moeheid

Resultaat:
- Beter slapen en daardoor minder huilen. 
- Dit geeft je als ouders de kans om een basis leggen voor een gezond slaap- en
  drinkritme.

Afbouwen:
Het meest recente advies is om het inbakeren vanaf 4 maanden weer af te bouwen en uiterlijk met 6 maanden te stoppen. Bij baby’s ouder dan 6 maanden wordt het risico dat ze – ingebakerd en al – naar hun buik draaien steeds groter en daarmee ook het risico ten aanzien van wiegendood.

Slide 7 - Tekstslide

Contra-indicaties/ Redenen om de baby niet (meer) in te bakeren:

- (Verhoogde kans op een) dysplastische heupontwikkeling
- Koorts
- Eerste 24 uur na een vaccinatie
- Ernstige luchtweginfectie en/of benauwdheid (bijvoorbeeld het RS virus)
-- Voorkeurshouding (scoliose) door een afwijking in de wervelkolom
- Als de ingebakerde baby pogingen doet om naar zijn buik te draaien
 







Slide 8 - Tekstslide

Eten en drinken
- Baby’s hebben een eigen voedingsritme
- 1-6 mnd flesvoeding, 150 ml voeding per kilogram
  lichaamsgewicht. (max 1 ltr),  je volg je het advies dat
  ouders van het consultatiebureau krijgen.
- 4 - 6 maanden, paar kleine eerste hapjes geven: oefenhapjes. 
- Deze oefenhapjes vervangen nog geen borstvoeding of fles-
   voeding. Ze zijn bedoeld om te wennen aan vaste voeding. 
- Je biedt smaken los aan, dus mengt ze niet.
- Een babymondje is gevoelig en daarom gebruik je een zacht
  plastic lepeltje.





Slide 9 - Tekstslide

Vaste voeding
- Vanaf 6 maanden, vaste voeding nodig naast de borst- of
   flesvoeding. 
- Mag bijna alles eten
- Geen: rauw vlees, rauwe vis of rauw ei, leversmeerworst of
   leverpaté, kaas en honing.
- Vanaf 7 maanden baby brood met korst; ontwikkeling van
   mondspieren en spraak ontwikkeling
- Vanaf 8 maanden drinken uit oefenbeker

 




Slide 10 - Tekstslide

Flesvoeding bereiden en geven
- Schone handen
- Schoon materiaal
- Eigen flesjes
- Koud kraanwater en verwarmen in flessenwarmer
   of magnetron
- Houdt je aan de aangegeven verhouding! 
- Check temperatuur voordat je de fles geeft
- Bij flesvoeding geven, zit ontspannen in een
   rustige omgeving

Slide 11 - Tekstslide

Flesjes en spenen schoonmaken

- Direct na het voeden spoel je de fles en speen
  goed schoon met koud water. 
- Afwasmachine minimaal 55 grd
- Speciale flessen uitkoker 
Laat de fles en speen na reiniging ondersteboven
   drogen op een droge, schone doek. 
- Controleer de spenen regelmatig op scheurtjes en
   zwakke plekken.

Slide 12 - Tekstslide

Praktijk voeding

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide