OWK leer- en gedragsproblemen: dyslexie en dyscalculie

leer- en gedragsproblemen
OWK leerjaar 2 periode 7
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
onderwijskundeMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

leer- en gedragsproblemen
OWK leerjaar 2 periode 7

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderwerpen komen er in deze periode aan bod?
  • Hoogbegaafdheid
  • (Faal)angst 
  • Dyslexie & Dyscalculie
  • ADHD
  • CD & ODD
  • Autisme
  • Downsyndroom

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jullie gaan antwoord geven op onderstaande vragen:

  1. Geef een omschrijving van het leer/gedagsprobleem
  2. Geef een aantal kenmerken van het leer/gedragsprobleem
  3. Hoe ga je om als onderwijsassistent met een leer/gedragsprobleem?
  4. Hoe wordt binnen het basisonderwijs omgegaan met dit leer/gedragsprobleem
  5. Hoe kan het leer/gedragsprobleem zich uiten buiten school?
  6. Hoe kan het leer/gedragsprobleem zich uiten tijdens school?
  7. Welke ondersteuning wordt aan het kind geboden bij het leer/gedragsprobleem?
  8. Welke ondersteuning wordt aan ouders geboden?
  9. Wat zijn mogelijke oorzaken van het leer/gedragsprobleem?
  10. Wat zijn mogelijke gevolgen van het leer/gedragsprobleem?
  11. Stel 10 tips/handvatten op voor onderwijsassistenten/docenten
    Jullie maken gebruik van minimaal 2 (verschillende) bronnen. Deze bronnen vermeld je ook!


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze periode gaan jullie zelf op zoek naar informatie over leer- en gedragsproblemen.

Het hoorcollege bestaat uit kennisoverdracht door de docent.

Vervolgens gaan jullie in het werkcollege in tweetallen op zoek naar aanvullende informatie en gaan jullie deze informatie verwerken in een naslagwerk waar je ook in de toekomst gebruik van kunt maken.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gevonden informatie verwerken jullie elke week d.m.v. één van onderstaande tools.
  • flyer
  • infographic (bijvoorbeeld via Canva)
  • een blog of vlog
  • een Prezi
  • Powtoon
  • of een andere (creatieve) tool in overleg met de docent

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling
Het gemaakt werk wordt iedere week ingeleverd en beoordeeld.
Week 1: Hoogbegaafdheid
Week 2: (Faal)angst
Week 3: Dyslexie en dyscalculie
Week 4: ADHD
Week 5: CD en ODD
Week 6: Autisme
Week 7: Downsyndroom

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week 2: Dyslexie en Dyscalculie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les weten jullie: 
  • wat dyslexie inhoudt
  • wat dyscalculie inhoudt
  • wat de gevolgen van deze leerstoornissen zijn
  • waar jullie als onderwijsassistent rekening mee moeten houden bij kinderen met een leerstoornis
Aan het eind van de les kunnen jullie: 
  • zelf de juiste informatie over deze leerstoornissen vinden
  • de gevonden kennis omzetten in handvatten en tips voor in de klas deze kinderen zo goed mogelijk te kunnen ondersteunen in de ontwikkeling.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten jullie al over dyslexie?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dyslexie? 
Dyslexie is een specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet het gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.

De term komt uit het Grieks. Dys = niet goed
functioneren/ beperkt,
en lexis = taal of woorden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van dyslexie
- Om het verschil te horen tussen klanken als m en n; p, t en k; s, f en g; eu, u en ui
- Om de klanken in volgorde te zetten, zoals bij ‘dorp’ en ‘drop’ of ‘12’ en ‘21’
- Om de aandacht te houden bij ‘klankinformatie’ (gesproken woord)
- Met het inprenten van reeksen, bijvoorbeeld tafels of spellingsregels
- Met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes
- Met het onthouden van losse gegevens, zoals rijtjes, woordjes en jaartallen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proberen bij het lezen
Radend lezen:  
• Anticiperend lezen: Radend lezen, scannend lezen, waarbij er wordt gekozen voor woorden die
in de context passen. Er wordt bijvoorbeeld ‘poes’ gelezen, als er ‘kat’ staat.

• Gokkend lezen: Bij onvoldoende leestechniek slaat
het raden om in gokken en passen de woorden niet in de context: er wordt
bijvoorbeeld ‘zwart’ gelezen in plaats van ‘zwaan’.

Spellend lezen:
Het zegt het eigenlijk al. Er wordt letter voor letter gelezen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van de bevolking heeft dyslexie?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Op de site kun je de dyslexiesimulator aanklikken als illustratief voorbeeld.
Dyscalculie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dyscalculie? 
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Het is net als bij dyslexie in feite een andere term
voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden. In dit 
geval zijn dat problemen met het leren en vlot en accuraat oproepen en toepassen van reken- en
wiskundekennis. .

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyscalculie?!
Het cijfer drie wordt op verschillende manieren opgeslagen in de hersenen:
- Het woord drie;
- Het cijfer 3;
- De hoeveelheid 3.

Waar gaat het mis?!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hmm... Lastig.
 Deze drie aspecten bevinden zich in drie verschillende hersengebieden. Een van deze
drie speelt ook een rol bij dyslexie. Daarnaast is bij rekenen ook nog het frontale hersengebied van
belang, dat een rol speelt bij planning en probleemoplossing.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kenmerken van faalangst op school
  • Het kind voelt de sfeer in de klas goed aan en raakt uit balans als deze niet goed is.
  • Het kind vraagt veel bevestiging aan de leerkracht.
  • Uiterlijke reacties kunnen zijn: stotteren, zweten, wiebelen met de benen, hoge ademhaling, opgetrokken schouders…
  • Het kind heeft innerlijk last van: hartkloppingen, droge mond, veel naar de w.c., buikpijn, misselijk…
  • Als de leerkracht een vraag stelt aan de groep, vermijdt het kind oogcontact.
  • Het kind kan clownesk gedrag vertonen om zijn faalangst te verbloemen.
  • Het kind durft geen vraag te stellen in de klas.
  • Omdat het kind wordt afgeleid door zijn angst, vertoont hij concentratieproblemen.
  • Het kind kan niet tegen kritiek.
  • Het kind kan slecht zijn grenzen aangeven.
  • Het kind begint vaak later met een toets dan de anderen.
  • Het kind beweegt veel!

  • Veel moeite met het aanleren en vlot toepassen (automatiseren) van optellen en aftrekken tot 20, de tafels en telhandelingen. 
  • Kinderen met deze problemen blijven heel traag en vaak tellend rekenen en/of maken veel rekenfouten bij eenvoudige sommen
  • Veel fouten in het correct lezen en schrijven van getallen (bijv. 23 wordt 32)
  • Veel moeite met het inzicht in getalopbouw 
  • Moeite met de volgorde van stappen bij ingewikkelde berekeningen (bijvoorbeeld bij grote vermenigvuldigingen of optel-/aftreksommen met tientaloverschrijding)
  • Veel moeite met opdrachten waarbij ruimtelijk inzicht een grote rol speelt
  • Het niet kunnen onthouden van rekenregels, symbolen (zoals % en <) en formules en moeite blijven houden met de rekentaalbegrippen
De kenmerken van dyscalculie op school:

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kenmerken van faalangst op school
  • Het kind voelt de sfeer in de klas goed aan en raakt uit balans als deze niet goed is.
  • Het kind vraagt veel bevestiging aan de leerkracht.
  • Uiterlijke reacties kunnen zijn: stotteren, zweten, wiebelen met de benen, hoge ademhaling, opgetrokken schouders…
  • Het kind heeft innerlijk last van: hartkloppingen, droge mond, veel naar de w.c., buikpijn, misselijk…
  • Als de leerkracht een vraag stelt aan de groep, vermijdt het kind oogcontact.
  • Het kind kan clownesk gedrag vertonen om zijn faalangst te verbloemen.
  • Het kind durft geen vraag te stellen in de klas.
  • Omdat het kind wordt afgeleid door zijn angst, vertoont hij concentratieproblemen.
  • Het kind kan niet tegen kritiek.
  • Het kind kan slecht zijn grenzen aangeven.
  • Het kind begint vaak later met een toets dan de anderen.
  • Het kind beweegt veel!


  • Moeite met klokkijken
  • Niet goed schattend kunnen rekenen door moeite met het overzien van hoeveelheden
  • De rekenresultaten zijn vaak onvoorspelbaar en leiden tot onzekerheid waardoor het kind faalangstig kan worden, rekenangst kan ontwikkelen en een hekel aan rekenen krijgt
Vervolg..

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kind met dyslexie of dyscalculie in de klas?
- Kinderen en jongeren die extra begeleiding nodig hebben, hebben vaak een laag zelfbeeld
- Deze kinderen hebben behoefte aan jouw emotionele ondersteuning

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je dit versterken?
- Accepteer het kind of de jongere zoals hij is
- Heb vertrouwen in het kind of de jongere en straal dit uit
- Negeer zoveel mogelijk alles wat niet lukt en fout gaat en let vooral op de dingen die het kind of de jongere goed doet
- Geef zoveel mogelijk concrete feedback. Laat duidelijk merken welk gedrag je wel of niet prettig vindt
- Stel aan een kind of jongere redelijke eisen, die aansluiten bij zijn niveau
- Houd de eisen die je stelt laag, zodat de kans op succes groot is
- Geef het kind of jongere de kans om fouten te maken en grijp niet meteen in
- Wees blij met elke kleine vooruitgang, met elke overwinning, hoe klein ook
- Stimuleer het kind of jongere nieuwe uitdagingen aan te gaan

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jullie op stage een kind in de groep met dyslexie of dyscalculie? Hoe worden ze ondersteunt op stage?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kunnen we kinderen met dyslexie en dyscalculie helpen in de klas?

...zelf aan de slag

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

En nu...
...zelf aan de slag

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies