Oefenen Tekstopbouw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Lezen - tekstindeling

Herhalen en Oefenen

Ik weet hoe een tekst is opgebouwd

(inleiding, kern, slot, alinea's)

Ik weet hoe ik een tekst verkennend kan lezen

Ik kan vragen bij een vraag beantwoorden.

Opbouw van een tekst

Een tekst is opgebouwd in drie verschillende onderdelen

- Inleiding
- Kern
- Slot

De inleiding

• Kennismaken met het onderwerp:
  - Met een voorbeeld
  - Met een grappig verhaaltje
  
• De inleiding bestaat meestal uit één (vetgedrukte) alinea.

De kern

• Grootste gedeelte van de tekst
• Meerdere alinea's
• Deelonderwerpen met (soms) tussenkopjes
  

Het slot

• De tekst wordt samengevat
• Het belangrijkste wordt nog een keer herhaald

Nieuwsbericht

Let op: een nieuwsbericht bestaat uit een inleiding en kern en heeft dus geen slot!

Het belangrijkste staat in de inleiding,  de rest van de informatie in de kern.

Een alinea herkennen

• Soms springt de eerste regel van een alinea een beetje in
• Soms is er tussen twee alinea's een regel overgeslagen (witregel(

Alinea's

* Een tekst is vaak verdeeld in stukjes: alinea's

* In de eerste zin staat vaak de belangrijkste informatie

* Soms hebben alinea's een tussenkopje

Geen alinea's

Wel alinea's

Alle teksten hebben een inleiding - middenstuk - slot

1. Waar
2. Niet waar

Kies het juiste woord:

In een inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst.

1. waar
2. niet waar

Waar vind je het onderwerp van de tekst?

1. in de 3e alinea
2. in de bron
3. in de titel
4. in een tussenkopje

Wat staat meestal de bron van een tekst?

1. onderaan de tekst
2. in de titel
3. bovenaan de tekst
4. nergens

 verkennend lezen

Wat voor soort tekst is dit?

1. het is een krantenbericht
2. het is een reclametekst
3. het is een strip
4. het is een tekst uit een schoolboek

Waar zou deze tekst in kunnen staan?

Lees de tekst verkennend.

Wat is het onderwerp van deze tekst?
(dus.... waar gaat de tekst over?)

Wat is de bron van deze tekst?

Hoeveel alinea's heeft deze tekst?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Hoeveel tussenkopjes heeft deze tekst?

1. 1
2. 2
3. 3
4. geen

Kijk nog eens goed

Welke alinea('s) horen bij de inleiding,

het middenstuk

 of het slot?