Bronnen van energie §4.2 en 4.3 uitputbaar: fossiele brandstoffen

Fossiele brandstoffen
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fossiele brandstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je kunnen?
Je kunt beschrijven wat fossiele brandstoffen zijn en hiervan drie voorbeelden geven.
◉ Je kunt beschrijven hoe steenkool ontstaat uit resten van planten en bomen uit het Carboon.
◉ Je kunt beschrijven hoe aardolie ontstaat uit organische resten van algen, bacteriën en plankton.
◉ Je kunt beschrijven hoe aardgas ontstaat, vaak samen met steenkool en aardolie.
◉ Je kunt uitleggen waarom aardolie en aardgas in poriën in gesteentelagen zitten.

Slide 2 - Tekstslide

Steenkool

Slide 3 - Tekstslide


steenkool hoe werkt het?
Winnen we uit gesteentelagen van 300 tot 350 miljoen jaar oud. ​ (carboon)
-Warm en vochtig, tropisch klimaat.​
-Veel water, dode planten en bomen werden veen.​
-Honderden meters stapelden zich op over de miljoenen jaren.​
-Veen werd samengeperst​
         -Toename druk en temperatuur​
      - Water en gassen uit het veen​
      - Toename kool- en zuurstof​
                 Inkoling​
        -Bruinkool​
        -Steenkool.​



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Druk + temperatuur dalen > water en 
gassen ontsnappen > Koolstofgehalte daalt
 > steenkool


Druk + temperatuur stijgen > water en 
gassen ontsnappen > Koolstofgehalte stijgt
 > steenkool


planten omgevormd tot veen

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de juiste volgorde van het inkolingsproces?
A
Veen, bruinkool, steenkool
B
Bruinkool, veen, steenkool
C
Steenkool, bruinkool, veen
D
Veen, steenkool, bruinkool

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het grootste nadeel van steenkool?
A
Vervuiling
B
Het is duur
C
Te zwaar om te vervoeren
D
Lastig uit de grond te halen

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

aardolie

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video


Uit wat ontstaat aardolie?
A
organische resten
B
Uit zeewater op diepe plekken
C
anorganische resten
D
plankton, bacteriën en algen

Slide 13 - Quizvraag

Olie.
Kies de foute uitspraak.
A
Olie is een fossiele energiebron en ontstaat over een lange periode.
B
Resten en afdrukken dieren en planten blijven lange tijd bewaard in gesteente.
C
1/5 koolstofvoorraad was opgeslagen in de aarde tot olie- en aardgaswinning begon.
D
Olie en gas zijn onuitputtelijk, want het wordt van nature gemaakt.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

aaaardgas

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Hoe komt het dat het aardgas uit de steenkool vrijkomt?
A
Door de stijgende temperatuur en druk.
B
Door de dalende temperatuur en druk.
C
Door plantenresten in de bodem.
D
Er komt helemaal geen gas vrij uit steenkool.

Slide 19 - Quizvraag

Waar kan je welke energiebronnen vinden?
steenkool
aardolie
aardgas

Slide 20 - Sleepvraag

4.3 Bronnen: Problemen met fossiel
Bewezen en onzekere voorraden - Vervuiling en klimaatverandering

Slide 21 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen

Slide 22 - Tekstslide

Welke Nadelen denk je dat er zijn?

Slide 23 - Woordweb

Lastige voorspelling wanneer voorraden op zijn

Slide 24 - Tekstslide

voorraad fossiele energie in %
Aantal jaar dat de voorraad nog gebruikt kan worden

Slide 25 - Tekstslide

1. Er worden nog steeds nieuwe voorraden ontdekt

Slide 26 - Tekstslide

2. Sommige voorraden zijn moeilijker te winnen (diepte, nieuwe technieken) dus onzekere voorraden

Slide 27 - Tekstslide

Hoe groot blijft de vraag naar fossiele brandstoffen?
Afhankelijk van:
  • bevolkingsgroei
  • welvaartsontwikkeling
  • efficiëntie van duurzame energiebronnen zoals wind en zon

Slide 28 - Tekstslide

Vervuiling
Lekken olie tijdens olieboringen en transport
Afvalstoffen die ontstaan bij winning steenkool, aardolie en aardgas (chemicaliën) lekken naar omgeving.

Slide 29 - Tekstslide

Klimaatverandering

Slide 30 - Tekstslide

natuurlijke broeikaseffect
versterkte broeikaseffect
Broeikasgassen
Broeikasgassen:
  • kooldioxide (CO2)
  • methaan (CH4)
  • waterdamp (H2O)
Door verbranden aardgas, aardolie en steenkool komen er meer broeikasgassen in de atmosfeer.
Gevolgen versterkt broeikaseffect:
  • Zeespiegelstijging 
  • Gemiddeld hogere temperaturen
  • Meer hittegolven
  • droogte
  • misoogsten
  • watertekorten
  • Wanneer het regent zal de neerslagintensiteit veel groter zijn.
Het vermogen van de aarde om warmte vast te houden door de aanwezigheid van natuurlijke broeikasgassen in de atmosfeer.

Zonder natuurlijk broeikaseffect is er geen leven op aarde mogelijk!

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Wat is het grootste nadeel van het opwekken van energie door fossiele brandstoffen?
A
luchtverontreiniging
B
Het is veel te duur
C
Door de winning ontstaat schade aan het milieu
D
Co2 komt extra vrij (opwarming aarde)

Slide 36 - Quizvraag

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 37 - Quizvraag

Hoe werkt het broeikaseffect precies?
Zet het in de juiste volgorde.
Heb jij het goed begrepen? Test je kennis!
1
2
3
4
5
6
De aarde heeft een broeikas-effect. 
Daardoor heeft de aarde een aangename temperatuur.
Mensen zorgen voor veel uitstoot.
Er komt meer CO2 in de lucht.
De aarde houdt te veel warmte vast.
Het broeikaseffect wordt versterkt.

Slide 38 - Sleepvraag