Laagland cursus 11 Inleiding

Laagland cursus 11
negentiende eeuw, inleiding
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Laagland cursus 11
negentiende eeuw, inleiding

Slide 1 - Tekstslide

Laagland theorieboek
Lees Tekst 1 op p. 134
Ada's bruiloft

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer is de tekst gesitueerd?

Slide 3 - Open vraag

Wat gebeurt er per strofe?

Slide 4 - Open vraag

Welke woorden karakteriseren de ik-figuur?
A
dwaalde, trouw, doorstak
B
treurig, grimmig, razend
C
gierde, stroomde, bleker
D
rein, schoon, zoet

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de overeenkomst tussen de setting en de gemoedstoestand van de ik-figuur?

Slide 6 - Open vraag

Waarnaar verwijst 'klokgebrom' uit vs. 29?
A
de klokken van de dorpskerk die het uur slaan
B
het gebrom dat van verdriet uit zijn keel komt
C
klokken van Ada's begrafenis
D
de boze uitroepen van de bruiloftsgasten

Slide 7 - Quizvraag

Wat gebeurt er in vs. 30?

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn mogelijke thema's in dit gedicht?
A
de tragische liefde en de dood
B
moord en doodslag
C
woede en vreemdgaan
D
slecht weer en liefde

Slide 9 - Quizvraag

Aan de slag: beantwoord de volgende vragen in je schrift (gebruik Laagland p. 136-137)
1. Waartoe leidde het nationalisme?
2. Wat is imperialisme?
3. Wanneer scheidde België zich af?
4. Welke naam is onlosmakelijk verbonden met de grondwet?
5. Bij wie lag de macht vanaf 1848?
6. Welke twee gebeurtenissen stimuleerden het nationaal gevoel?
7. Wat zijn de vier belangrijkste eigenschappen van het nationaal gevoel?
8. Wat houdt het cultuurstelsel in?
9. Noem vijf veranderingen door de moderniteit.
10. Wat hebben ontkerkelijking en verzuiling met elkaar te maken?

Slide 10 - Tekstslide