wk9-les1

Nederlands 
3 februari 2021
Wat heb je nodig?
Chromebook + lesboek + schrift + pen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
3 februari 2021
Wat heb je nodig?
Chromebook + lesboek + schrift + pen

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen?

5 minuten mededelingen:
                     absentencontrole, lesinhoud, lesdoelen

20 minuten: toetsinhoud

20 minuten: Nieuwsbegrip

15 minuten: Gaten

5 minuten:  afsluiting
  

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 
- Je weet precies wat je moet leren voor de toets
- Je kunt woordraadstrategieeeëen toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
Toets is verschoven naar vrijdag 12 februari om 11:15 uur
Wat moet je leren en kunnen?
  • Leren: de woorden uit de lijst
  • Leer de werkwoordspelling (blz 71-74+113-114+153-154)
  • Leer de regels van de meervouden (blz.111-112+151-152)
  • Leer de regels van de trappen van vergelijking/ als/dan mij/jou (blz. 115-116)
  • Je moet de regels natuurlijk ook kunnen toepassen, dus ook oefenen met de opdrachten.

Slide 4 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
Hoe ga je dat leren?
  • Je maakt een planning voor je leerwerk: verdelen in stukjes
        - je schrijft/tekent/zingt. Je doet meer dan 'kijken' naar de woordjes.
        - let op: de regels kennen (aantekeningen) is óók leerwerk!
        - je bent ruim op tijd klaar met leren.
        - je laat je overhoren (vader/moeder of WRTS of Quizlet of...?)
  • Je oefent met de opdrachten die in je schrift staan en kijkt ze na
  • Je zoekt extra oefeningen op internet

Slide 5 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
(Werk)woordspelling

Open je boek op blz. 71-74

Verlengproef (langer maken) voor woorden op een T-klank

Stam (ik-vorm in de t.t.)  

Slide 6 - Tekstslide

kies de juiste spelling
A
olifant
B
olifand
C
olifandt

Slide 7 - Quizvraag

kies de juiste spelling
A
geslaagt
B
geslaagdt
C
geslaagd

Slide 8 - Quizvraag

kies de juiste spelling
A
astronaudt
B
astronaut
C
astronaud

Slide 9 - Quizvraag

kies de juiste stam

krabbelen
A
krab
B
krabbelt
C
krabbel
D
krabbelend

Slide 10 - Quizvraag

kies de juiste stam

verdwalen
A
verdwal
B
verdwalt
C
verdwaalt
D
verdwaal

Slide 11 - Quizvraag

Toets Spelling en woordenschat
Werkwoordspelling
Doe je boek open op blz. 113
persoonsvorm tegenwoordige tijd

weet je het nog?  
--> stam    --> werkwoord vervangen door 'lopen'  --> hoor je een T, dan ....
            

Slide 12 - Tekstslide

Ik ...... Nederlands een beetje lastig
A
vind
B
vindt

Slide 13 - Quizvraag

Mijn oma ... niet zo van vaccinaties.
A
hout
B
houd
C
houdt

Slide 14 - Quizvraag

Meestal ... de patiënt snel van Covid.
A
herstel
B
herstelt
C
hersteld
D
hersteldt

Slide 15 - Quizvraag

Toets Spelling en woordenschat
Werkwoordspelling
Doe je boek open op blz. 153
voltooid deelwoord
       weet je het nog?  
--> vaak woorden die beginnen met ge- be- ver-     
--> vaak aan het eind van een zin  -->  staat nooit als enige werkwoord
--> langer maken of:  >'t ex kofschip<  
       1- hele werkwoord min -en
       2- laatste letter in 't exkofschip? --> ja: + t
                                                                            --> nee: + d
            

Slide 16 - Tekstslide

Ik heb je mail niet .....
A
beantwoort
B
beantwoord
C
beantwoordt

Slide 17 - Quizvraag

De minister werd niet ....
A
herkent
B
herkend
C
herkendt

Slide 18 - Quizvraag

Waarom heb je dat niet ...
A
vertelt
B
verteld
C
verteldt

Slide 19 - Quizvraag

Zij heeft het geheim ....
A
verklapt
B
verklapd
C
verklapdt

Slide 20 - Quizvraag

Ik heb deze week hard ...
A
gewerkt
B
gewerkd
C
gewerkdt

Slide 21 - Quizvraag

Het licht werd door de spiegel ...
A
weerkaatst
B
weerkaatsd
C
weerkaatsdt

Slide 22 - Quizvraag

Toets Spelling en woordenschat
spelling meervoud
boek open op blz. 111
meervoud van zelfstandige naamwoorden op -en 

lekker makkelijk: meestal schrijf je +en
   een boer, twee boeren
   een schaar, twee scharen
   een klas, twee klassen
   een brief, twee brieven 
   een baas, twee bazen

Slide 23 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
spelling meervoud
boek open op blz. 112
meervoud van zelfstandige naamwoorden op -ee en -ie 

weet je het nog?
--> klemtoon NIET op de laatste lettergreep: + "n  
--> klemtoon op de laatste lettergreep: + ën
  
klemtoon:  lettergreep waar de nadruk op ligt

Slide 24 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
spelling meervoud
boek open op blz. 151/152
meervoud van zelfstandige naamwoorden op -s 

weet je het nog?
--> spreek je het woord normaal uit? --> + s 
--> spreek je het woord verkeerd uit? --> + 's
--> na afkortingen altijd + 's
--> eindigt een woord op Y? --> + 's
--> eindigt een woord op EY/OY/AY --> + s
  
klemtoon:  lettergreep waar de nadruk op ligt

Slide 25 - Tekstslide

Nieuwsbegrip
ga naar Nieuwsbegrip en maak de oefening woordenschat

Slide 26 - Tekstslide

Gaten blz. 125-135
Wat heb je gelezen?

Slide 27 - Tekstslide

Gaten
nieuwe kopie
blz 136-177

Lees voor vrijdag: 136-146

Slide 28 - Tekstslide

huiswerk
vrijdag 5 februari
Lees "Gaten" blz. 136  t/m blz. 146 
leerwerk voor de toets plannen (en ook uitvoeren)

Vrijdag 12 februari
SO Nederlands: woordenschat, spelling en formuleren

Slide 29 - Tekstslide

Gaten: 3 verhalen door elkaar
150 jaar geleden
Letland - vloek

Slide 30 - Tekstslide

Gaten: 3 verhalen door elkaar
150 jaar geleden
Amerika

Slide 31 - Tekstslide

Gaten: 3 verhalen door elkaar
NU / HEDEN
Amerika-Texas

Slide 32 - Tekstslide