wk11-les1

Nederlands 
17 februari 2021
Wat heb je nodig?

Chromebook 
Nieuw Nederlands
Schrift + pen


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 
17 februari 2021
Wat heb je nodig?

Chromebook 
Nieuw Nederlands
Schrift + pen


Slide 1 - Tekstslide

taalraadsel

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we doen?

5 minuten    mededelingen:
                        absentencontrole, toets, lesinhoud, lesdoelen
                        antwoord op het raadsel: klein
20 minuten  Zinsontleding: Wat weet je nog?
15 minuten   oefenen
20 minuten  Gaten deel 3

     afsluiting
  
Mededeling:
aantal leerlingen zonder cijfer: donderdag toets opnieuw maken

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
- Je weet wat zinsdelen zijn en 
- Je weet hoe je het gezegde, pv en onderwerp kunt vinden
 

Slide 4 - Tekstslide

zinsontleding
wat weet je nog? 
wat kun je nog?
20 minuten

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Neem je schrift voor je.
Zet bovenaan: GRAMMATICA ZINSDELEN

Neem de zinnen op de volgende dia over 
                                                                                     en voer de opdracht uit.

Slide 6 - Tekstslide

schrijf de zinnen over 
zet strepen tussen de zinsdelen met potlood
zet een hokje om de werkwoorden
1  De nieuwslezer versprak zich  drie keer tijdens het journaal.

2  Vorig jaar leidde een ervaren gids ons rond door Rotterdam.

3  Mijn portemonnee werd door een eerlijke vinder teruggebracht.

4  Zou jij mij vanmiddag met mijn huiswerk willen helpen?

Slide 7 - Tekstslide

Antwoorden -kijk na en verbeter

1 De nieuwslezer | versprak | zich | drie keer | tijdens het journaal.

2 Vorig jaar | leidde een ervaren gids | ons rond door Rotterdam.

3 Mijn portemonnee | werd | door een eerlijke vinder | teruggebracht .

4 Zou | jij mij | vanmiddag | met mijn huiswerk | willen helpen?

Slide 8 - Tekstslide

Had je dit in één keer goed?

Slide 9 - Tekstslide

THEORIE  -aantekening 1
De persoonsvorm vinden: 
  - maak de zin vragend: pv komt vooraan in de zin
  - verander het 'getal': maak de zin enkelvoud of meervoud.
                                                de pv is het werkwoord dat verandert.
  - verander de tijd:  zet de zin in tegenwoordige of verleden tijd
                                         de pv is het werkwoord dat verandert.

Slide 10 - Tekstslide

Even mondeling oefenen met persoonsvorm vinden

1 De nieuwslezer | versprak | zich | drie keer | tijdens het journaal.

2 Vorig jaar | leidde een ervaren gids | ons rond door Rotterdam.

3 Mijn portemonnee | werd | door een eerlijke vinder | teruggebracht .

4 Zou | jij mij | vanmiddag | met mijn huiswerk | willen helpen?

Slide 11 - Tekstslide

THEORIE  -aantekening 2
zinsdelen maken  
 - zoek de persoonsvorm.
 - alles voor de persoonsvorm is één zinsdeel
 - 'hussel' de zin:  probeer steeds welke woorden er vóór de pv                                           kunnen staan.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag 1: geef het hokje van de persoonsvorm een kleurtje. 
vraag 2: onderstreep het onderwerp van de zin.
1 De nieuwslezer | versprak | zich | drie keer | tijdens het journaal.

2 Vorig jaar | leidde een ervaren gids | ons rond door Rotterdam.

3 Mijn portemonnee | werd | door een eerlijke vinder | teruggebracht .

4 Zou | jij mij | vanmiddag | met mijn huiswerk | willen helpen?

Slide 13 - Tekstslide

THEORIE  -aantekening 3
onderwerp vinden  
 - zoek het gezegde
 -  stel de vraag: WIE + gezegde
                              of
                                  WAT + gezegde
 - het zinsdeel dat het antwoord is op die vraag, is onderwerp.
LET OP:
alleen wie/wat+gezegde
géén andere woorden uit de zin gebruiken!

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 1: geef het hokje van de persoonsvorm een kleurtje. 
vraag 2: onderstreep het onderwerp van de zin.
1 De nieuwslezer | versprak | zich | drie keer | tijdens het journaal.

2 Vorig jaar | leidde een ervaren gids | ons rond door Rotterdam.

3 Mijn portemonnee | werd | door een eerlijke vinder | teruggebracht .

4 Zou | jij mij | vanmiddag | met mijn huiswerk | willen helpen?

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
15 minuten
Als je dit beheerst: 

Eerst blz. 107 theorie lezen
Dan opdr. 7 maken

 

KLaar? Lees GATEN deel 3

Slide 16 - Tekstslide

GATEN
Lekker lezen
Vrijdag blz. 178 - 190
in de vakantie uit!
? minuten

Slide 17 - Tekstslide

huiswerk
Vrijdag 19 februari
-Zelf studeren met oefeningen (links komen in Classroom)
-GATEN lezen blz. 178-190
Mededeling:
aantal leerlingen zonder cijfer:
donderdag 1e uur toets opnieuw maken op school

Slide 18 - Tekstslide

NEE --->  zet je geluid uit.
Open Nieuwsbegrip
Lees de tekst(en) en maak de vragen
Ja --> blijf in de Meet
           voor extra uitleg

Slide 19 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
(Werk)woordspelling

Open je boek op blz. 71-74

Verlengproef (langer maken) voor woorden op een T-klank

Stam (ik-vorm in de t.t.)  

Slide 20 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
Werkwoordspelling
Doe je boek open op blz. 113
persoonsvorm tegenwoordige tijd

weet je het nog?  
--> stam    --> werkwoord vervangen door 'lopen'  --> hoor je een T, dan ....
            

Slide 21 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
Werkwoordspelling
Doe je boek open op blz. 153
voltooid deelwoord
       weet je het nog?  
--> vaak woorden die beginnen met ge- be- ver-     
--> vaak aan het eind van een zin  -->  staat nooit als enige werkwoord
--> langer maken of:  >'t ex kofschip<  
       1- hele werkwoord min -en
       2- laatste letter in 't exkofschip? --> ja: + t
                                                                            --> nee: + d
            

Slide 22 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
spelling meervoud
boek open op blz. 111
meervoud van zelfstandige naamwoorden op -en 

lekker makkelijk: meestal schrijf je +en
   een boer, twee boeren
   een schaar, twee scharen
   een klas, twee klassen
   een brief, twee brieven 
   een baas, twee bazen

Slide 23 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
spelling meervoud
boek open op blz. 112
meervoud van zelfstandige naamwoorden op -ee en -ie 

weet je het nog?
--> klemtoon NIET op de laatste lettergreep: + "n  
--> klemtoon op de laatste lettergreep: + ën
  
klemtoon:  lettergreep waar de nadruk op ligt

Slide 24 - Tekstslide

Toets Spelling en woordenschat
spelling meervoud
boek open op blz. 151/152
meervoud van zelfstandige naamwoorden op -s 

weet je het nog?
--> spreek je het woord normaal uit? --> + s 
--> spreek je het woord verkeerd uit? --> + 's
--> na afkortingen altijd + 's
--> eindigt een woord op Y? --> + 's
--> eindigt een woord op EY/OY/AY --> + s
  
klemtoon:  lettergreep waar de nadruk op ligt

Slide 25 - Tekstslide

Gaten: 3 verhalen door elkaar
150 jaar geleden
Letland - vloek

Slide 26 - Tekstslide

Gaten: 3 verhalen door elkaar
150 jaar geleden
Amerika

Slide 27 - Tekstslide

Gaten: 3 verhalen door elkaar
NU / HEDEN
Amerika-Texas

Slide 28 - Tekstslide