Luisteren en kijken week 6 + 7

Welkom bij Nederlands!

4 oktober 2018

Wat gaan we doen vandaag?

• Terugblik vorige les
• Doelen
• Kijken/luisteren 1.1, 1.2 en 1.3
• Aan de slag
• Terugblik
• Afsluiting

Terugblik vorige les

• Woordenschat 1.3 Figuurlijk taalgebruik

Doelen van deze les

• Aan het einde van de les kun je een manier van kijken en luisteren kiezen die het best aansluit bij het doel.

• Aan het einde van de les kun je informatie uit het beeld bij de tekst halen en de functies ervan benoemen.
• Aan het einde van de les kun je aantekeningen maken terwijl je kijkt en luistert.

Luisteren en kijken 1.1

• Luisterstrategieën.
• Bedenk vooraf wat je wilt weten.
• Let extra op bij het begin! --> Onderwerp en deelonderwerpen.
• Let op signaal woorden (Blz. 201 of 208)
• Let goed op het beeld. = Verduidelijking!

In welke situatie luister je gericht?

1. Je luistert naar een live-verslag va Lowlands.
2. Je luistert tijd de afwas naar een nieuwsprogramma met korte onderwerpen.
3. Je voicemail is ingesproken door een winkel. Het gaat over een bestelling.
4. -

Op het vliegveld hoor je dat jouw vliegtuig vanaf een andere gate vertrekt. Op welke informatie ga je extra goed letten?

1. Op de reden van de gate-wijziging.
2. Op de vertrektijd van het vliegtuig.
3. Op het nummer van de andere gate.

Het sneeuwt en je bent met de auto op weg van Groningen naar Maastricht. Op de radio hoor je de filemeldingen. Hoe kun je het best luisteren.

1. Luisteren zonder echt te weten waarover het gaat.
2. Luisteren waarbij je wacht op bepaalde informatie.
3. Gericht luisteren naar alle.
4. -

Luisteren en kijken 1.2

• Soms zeggen beelden meer dan tekst.
• Functies van beeld:
  Informatie verduidelijken
  Extra informatie toevoegen
  Sfeer oproepen
  Verluchtigen
• Non-verbaal gedrag --> houding, gebaren, mimiek
• Manier waarop je luistert en praat --> soms afleiding

Luisteren en kijken 1.3

• Onthouden van belangrijke informatie  --> Aantekeningen!
• Steekwoorden
• Luisterdoel? --> Wat moet je na afloop weten?

Luisteren en kijken 1.3

Wat schrijf je op?

• Onderwerpen en deelonderwerpen
• Alleen hoofdzaken!  -->  Is het wel echt belangrijk?
• Gebruik pijlen, streepjes of nummers.
• Aleen afkortingen als je ze daarna zelf nog weet!
• Bij vragen --> antwoorden in steekwoorden.
• Niet alles kunnen volgen?
  Belangrijke dingen herhaald + samengevat in slot

Luisteren en kijken 1.3

Aan de slag!

• Huiswerk controle
• Nakijken
• Extra uitleg?
• Maken --> online 1.1 t/m 1.3 
• Extra opdrachten hoeven niet

Volgende les

Woordenschat hoofdstuk 2