Passieve an actieve zinnen

Actieve en passieve zin.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Actieve en passieve zin.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
- Je weet wat een passieve en actieve vorm van een zin is.
- Je kunt een zin omzetten van passief naar actief. 

Slide 2 - Tekstslide

Bedrijvende vorm
Jara| laat | de hond | uit

Onderwerp:

Slide 3 - Tekstslide

Actieve vorm
Jara| laat | de hond | uit
  • Jara is het onderwerp
  • Jara doet iets in deze zin: Ze laat de hond uit
  • actief


Slide 4 - Tekstslide

Passieve vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten

Onderwerp: 

Slide 5 - Tekstslide

Lijdende vorm
De hond | wordt | door Jara |uitgelaten

  • De hond is het onderwerp
  • De hond doet niets in deze zin: Hij wordt uitgelaten
  • Passief

Slide 6 - Tekstslide

Actief of passief?
  1. Zoek het werkwoordelijk gezegde in de zin.
  2. Zoek het onderwerp in de zin.
  3. Doet het onderwerp wat in het werkwoordelijk gezegde staat?
  4. Ja --> Actief
  5. Nee --> Passief

Slide 7 - Tekstslide

Het omzetten van de passieve zin naar de
actieve zin
 
De hond|wordt|door Jara |uitgelaten <-->Jara|laat |de hond |uit 
De hond | is| door Jara |uitgelaten <--> Jara | heeft| de hond  |uitgelaten


  • De door -bepaling wordt het nieuwe onderwerp
  • Het woordje door verdwijnt.
  • Het onderwerp wordt het lijdend voorwerp. 
  • Onvoltoooide tijd: werkwoord worden verdwijnt. Voltooid deelwoord wordt de persoonsvorm
  • Voltoooide tijd: hulpwerkwoord hebben of zijn + voltooid deelwoord

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Zet in de passieve vorm.
Kindertjes leren al snel trucjes aan.

Slide 10 - Open vraag

Ik snap hoe je een bedrijvende zin verandert in een lijdende zin en andersom
A
Ja
B
Nee, ik zou graag nog extra uitleg willen

Slide 11 - Quizvraag