In een bedrijvende of actieve zin verricht het onderwerp de handeling uit het werkwoordelijk gezegde.
In een lijdende of passieve zin ondergaat het onderwerp de handeling van het werkwoordelijk gezegde.
Slide 8 - Tekstslide
Van bedrijvend naar lijdend = van actief naar passief
Van een bedrijvende zin kan je een lijdende zijn maken als er een lv in staat.
Het lv wordt dan o in de lijdende zin.
Jara laat de hond uit. = actief
De hond wordt uitgelaten. = passief
Slide 9 - Tekstslide
'door-bepaling'
In sommige lijdende of passieve zinnen staat wie de handeling uit het wg verricht. Dan staat er 'door', dat heet een door-bepaling. Dit zinsdeel benoem je als bijwoordelijke bepaling.
De hond /wordt /uitgelaten /door Jara.
o / pv / wg / bwb
Slide 10 - Tekstslide
Maak de zin in de lijdende vorm. De man koopt een laptop.
Slide 11 - Woordweb
Wil jij meedoen met een internationale uitwisseling naar Spanje, Italië, Ierland, Engeland, Frankrijk, Griekenland.....? (Daar gaat de volgende opdracht over.)