In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Fase 2
Het betoog
starter | gevorderd | bekwaam
Slide 1 - Tekstslide
In deze les
Uitleg structuur betoog met oefeningen
Oefening overtuigen
Uitleg opdracht betoog schrijven
Aan de slag met het schrijven van een betoog
Slide 2 - Tekstslide
Structuur betoog
Titel
Alinea 1
Inleiding
Standpunt Alinea 2
Argumentatie 3x voorargument Alinea 3
Tegenargumentatie 2x+ weerlegging Alinea 4
Conclusie
Slot
Slide 3 - Tekstslide
1. Inleiding
Aandachtstrekker: begin met iets wat de aandacht van de lezer trekt, zoals een interessant feit, een citaat of een vraag.
Bijvoorbeeld: Wist je dat mensen die meer dan 8 uur zitten op een dag en weinig bewegen, hebben 74% meer kans op hart- en vaatziekte. Of
Wist je dat ‘s morgens voor werk sporten kan zorgen voor een productievere werkdag. Dat komt door de betere bloedtoevoer in de hersenen
Probleemstelling: Formuleer het probleem of de stelling die je in het betoog gaat behandelen.
Inleiding van het onderwerp: Geef kort aan waar het betoog over gaat en introduceer de belangrijkste standpunten.
Slide 4 - Tekstslide
2. Standpunt
Je hebt 1 standpunt en meerdere argumenten
Ik vind............. Mijn mening is.....
Slide 5 - Tekstslide
3. Argumentatie
Presenteer je argumenten: geef voorbeelden, feiten, statistieken, of andere ondersteunende informatie om je standpunt te onderbouwen.
Onderbouwing: maak ze valide: controleerbaar en realistisch (naar waarheid) Maak duidelijk met bijvoorbeeld een bronvermelding of goed voorbeeld hoe ze bijdragen aan de ondersteuning van je standpunt.
Slide 6 - Tekstslide
Wat zijn objectieve argumenten?
A
Feitelijke argumenten
B
argumenten gebaseerd op een mening
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn subjectieve argumenten?
A
Argumenten gebaseerd op een mening
B
Argumenten die controleerbaar zijn
Slide 8 - Quizvraag
4. Tegenargumentatie
Bedenk mogelijke tegenargumenten. Het is belangrijk om ook de zwakke punten van je standpunt te erkennen en hierop in te gaan.
Maar weerleg(ontkrachten van je tegenargumenten) deze argumenten ook.
Slide 9 - Tekstslide
5. Conclusie
Vat kort de belangrijkste punten van je betoog samen.
Herhaal je hoofdstandpunt op een krachtige manier.
Trek een conclusie op basis van de gepresenteerde argumenten. Geef eventueel aan wat mogelijke oplossingen zijn.
Slide 10 - Tekstslide
6. Slot
Rond het betoog af door terug te koppelen naar de inleiding, een laatste overtuigende gedachte te delen, of de lezer aan te zetten tot actie of nadenken.
Slide 11 - Tekstslide
1. ....
2. ....
3. ....
4. ....
5. ....
6. ....
inleiding
slot
standpunt
tegenargumentatie
conclusie
argumentatie
Slide 12 - Sleepvraag
Leg de tekst op volgorde
Lees de stukken van het betoog over roken in voetbalstadions.
Leg ze op de juiste volgorde.
Slide 13 - Tekstslide
Welk getal hoort bij de inleiding?
A
1
B
5
C
2
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Welk getal hoort bij het standpunt?
A
7
B
5
C
2
D
3
Slide 15 - Quizvraag
Welk getal hoort bij de argumentatie?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quizvraag
Welk getal hoort bij de weerlegging?
A
7
B
3
C
4
D
5
Slide 17 - Quizvraag
Welk getal hoort bij de conclusie?
A
6
B
4
C
3
D
7
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde van het betoog?
A
6-5-2-1-3-7-4
B
6-2-5-1-3-4-7
C
6-2-5-1-3-7-4
D
Ik had iets anders
Slide 19 - Quizvraag
Opdracht betoog schrijven
Lees de opdracht en schrijf in tweetallen (of alleen) je betoog.
Gebruik beiden een eigen kleurtje voor het stuk dat jij schrijft
In de volgende les bespreken we je betoog, dus dan moet hij af zijn!