Tekstverbanden en signaalwoorden
Signaalwoorden
van voorbeeld
Signaalwoorden
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Signaalwoorden
van voorbeeld
Signaalwoorden
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook
Slide 1 - Sleepvraag
Slide 2 - Tekstslide
Kies het goede antwoord.
Tekstverbanden...
Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...geven aan wat voor soort tekst het is
Slide 3 - Quizvraag
Signaalwoord
Geen signaalwoord
ook
aan
Slide 4 - Sleepvraag
Slide 5 - Tekstslide
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden maar, toch en echter?
Vraag 4 van 12
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie
Slide 6 - Quizvraag
Op welk tekstverband wijzen de
signaalwoorden daardoor en zodat?
Vraag 5 van 12
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling
Slide 7 - Quizvraag
In welke zin wijzen de signaalwoorden
op een volgorde in tijd?
Vraag 7 van 12
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar veel zin in heb.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
Vraag 8 van 12
A
volgorde van tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie
Slide 10 - Quizvraag
Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
Vraag 9 van 13
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen
Slide 11 - Quizvraag
Welk verband geeft het woord 'omdat' aan?
Vraag 11 van 13
A
reden
B
toelichting
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 12 - Quizvraag
Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Spanje, Brazilië, Mexico en Curaçao.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = voorwaarde
Slide 13 - Quizvraag
Veel meiden willen naar het optreden van Ariana Grande, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = tijdsvolgorde
Slide 14 - Quizvraag
Voor het maken van cupcakes heb je nodig: boter, meel, suiker, eieren en melk.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = oorzaak- gevolg
Slide 15 - Quizvraag
Weet je nog?
'Denk aan' is een signaalwoord voor
'Denk aan' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een voorwaarde
Slide 16 - Quizvraag
Weet je nog?
'Toch' is een signaalwoord voor
'Toch' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een voorwaarde
Slide 17 - Quizvraag
Weet je nog?
'Tevens' is een signaalwoord voor
'Tevens' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een oorzaak- gevolg
