4H - 310 (hoofdstuk scan)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Natuurkunde

1) Pak je natuurkunde spullen.

2) Berg je telefoon en tas op

Wat gaan we doen?

• Planning deze week
• Alle paragrafen scannen en oefenen.

Planning

Vandaag	Hoofdstuk herhalen en oefenen
Woensdag	"voorbeeldtoets"
Vrijdag	Start nieuwe hoofdstuk

Paragraaf 1

F​z​​=m⋅g

Een kracht teken je als een vector met een:

• aangrijpingspunt
• richting
• grootte

In NL: g = 
               9,81  

​s​2​​​​m​​

Zwaartekracht heeft vaak een tegenovergestelde kracht: normaalkracht of spankracht.

Paragraaf 1

F​z​​=m⋅g

In NL: g = 
               9,81  

​s​2​​​​m​​

1) Teken een gestippelde hulplijn evenwijdig aan F₁, door de punt van F₂.

2) Teken een gestippelde hulplijn evenwijdig aan F₂, door de punt van F₁.

3) Teken de resultante van het aangrijpingspunt tot de kruising van de hulplijnen.

Optellen met de

parallelogram methode

Staan de krachten onder een hoek van 90^o ten opzicht van elkaar, dan; 

F​res​​=√​(F​1​​)​2​​+(F​2​​​​​)​2​​​​​

Optellen met de

stelling van Pythagoras

1) Teken een hulplijn evenwijdig aan de rechter werklijn, door de punt van de vector.

2) Teken een hulplijn evenwijdig aan de linker werklijn, door de punt van de vector.

3) Teken de componenten van het aangrijpingspunt naar waar de hulplijnen en werklijnen kruisen.

Let op: Bij een voorwerp op een helling is er een werklijn evenwijdig aan de helling en loodrecht op de helling.

Ontbinden in componenten

Paragraaf 2

Paragraaf 2

Paragraaf 3

1) Teken een hulplijn evenwijdig aan de rechter werklijn, door de punt van de vector.

2) Teken een hulplijn evenwijdig aan de linker werklijn, door de punt van de vector.

3) Teken de ontbonden krachten van het aangrijpingspunt naar waar de hulplijnen en werklijnen kruisen.

Krachten ontbinden

De werklijnen van de krachten op een voorwerp op een helling staan evenwijdig aan de helling en haaks op de helling.

Laat alle krachten in hetzelfde punt aangrijpen.

Langs een helling geldt:

Paragraaf 3

Paragraaf 4

Heeft een voorwerp een constante snelheid (of staat het stil)

De resulterende kracht is in beide richtingen nul.

Paragraaf 4

Heeft een voorwerp een constante snelheid (of staat het stil)

De resulterende kracht is in beide richtingen nul.

Paragraaf 4

Par. 5

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.

Resulterende kracht in de richting van de beweging: versnelling

Resulterende kracht tegen de richting van de beweging in: vertraging

a=​m​​F​res​​​​

Paragraaf 5