p1 week 7 - Aristoteles

Welkom

Startopdracht: Schrijf op (je mag je reader gebruiken):

-Wat is de belangrijkste vraag voor Plato?
-Hoe beantwoordt Plato die vraag
-Wat betekent het woord idealisme binnen de filosofie?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Startopdracht: Schrijf op (je mag je reader gebruiken):

-Wat is de belangrijkste vraag voor Plato?
-Hoe beantwoordt Plato die vraag
-Wat betekent het woord idealisme binnen de filosofie?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Aristote)lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je:

  • uitleggen wat Aristoteles bedoelt met vorm en materie;
  • het begrip telos uitleggen en toepassen;
  • Plato en Aristoteles met elkaar kan vergelijken.  


Slide 2 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Programma vandaag

  1. De centrale vragen van Aristoteles
  2. Vorm en Materie
  3. Thelos
  4. Het schip van Theseus
  5. Inductie en deductie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aristoteles 
  • Leefde in 384 tot 322 v.Chr in het oude athene
  • Leerling van Plato
  • Wordt nog steeds gelezen in de filosofie, vooral in: metaphysica, ethiek en theologie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De centrale vragen
Aristoteles hield zich vooral bezig met twee vragen:
-Hoe herkennen we loesje als een hond?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De centrale vragen
Aristoteles hield zich vooral bezig met twee vragen:
-Hoe herkennen we Loesje als een hond?
-Hoe kan de puppy Loesje veranderen in de hond Loesje maar nog steeds Loesje zijn?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loesje?
Volgens Aristoteles bestaat alles uit vorm en materie.

  • Materie: De 'stof' waaruit iets bestaat, waar het van gemaakt is.
  • Vorm: De eigenschappen die de stof maken tot wat het is.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld: brons.
Voorbeeld: alle wezens hebben cellen, alleen sommigen hebben de vorm van hond.

Vraag: hebben we nu uitgelegd hoe loesje loesje blijft? antwoord -> nee
Thelos
Volgens Aristoteles bestaat alles uit vorm en materie.

  • Alle dingen hebben ook een Telos, een einddoel.
  • Thelos is het doel van iets, en waar het naar toe beweegt.

Slide 8 - Tekstslide

vragen: wat is het thelos van: mes, eikeltje, etc.
Het schip van Theseus

Slide 9 - Tekstslide

vragen: wat is het thelos van: mes, eikeltje, etc.
Het schip van Theseus
Schrijf op:
-Wat is de materie in het schip van Theseus
-Wat is de vorm van het schip van Theseus?
-Hoe zou Aristoteles uitleggen dat het hetzelfde schip blijft?

Slide 10 - Tekstslide

vragen: wat is het thelos van: mes, eikeltje, etc.
Hoe herkennen we Loesje als een hond?
  • Volgens Aristoteles zijn mensen bijzonder omdat ze kunnen abstraheren
  • We kunnen door concrete dingen waar te nemen eigenschappen herkennen en  abstracte definities te maken.
  • Inductie: Beginnen met zintuigen, en algemene regels of definities maken. Wie zegt dit?
  • Deductie: Beginnen met algemene regels en definities om concrete dingen te begrijpen. Wie zegt dit?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Aristote)lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je:

  • uitleggen wat Aristoteles bedoelt met vorm en materie;
  • het begrip telos uitleggen en toepassen;
  • Plato en Aristoteles met elkaar kan vergelijken.  


Slide 14 - Tekstslide

NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.