7.2 Wat doet de Europese Unie? deel 2

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 7.2 Wat doet de Europese Unie? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vak: Economie 
Hoofdstuk: 7.2 Wat doet de Europese Unie? 
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3. 
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie 
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek van economie en je schrift van economie. 
Laat je boek nog even dicht op tafel liggen. 


Huiswerkcontrole.




Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel +Leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- kun je uitleggen wat het belang van vrijhandel voor Nederland is
- kun je uitleggen welke voordelen de euro heeft. 

Leergebiedoverstijgende doelen:
Samenwerkend leren
- Je past jouw gedrag aan wanneer je hierop wordt aangesproken.
- Je overlegt met groepsgenoten om samen afspraken te maken om een doel te behalen.
Denkvermogen
- Je bedenkt zelf een oplossing voor een probleem en vertelt deze verbaal. 
- Je vertelt wat er nodig is om tot een oplossing te komen. 

Slide 3 - Tekstslide

3. Mini-check + arrangementen
Verdiept (8 of hoger) --> Niemand


Iedereen doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 5 - Quizvraag

Wat is juist over ‘vrij verkeer van personen’ in de EU?
A
EU-inwoners hoeven geen paspoort (of ID-pas) te hebben om binnen de EU te reizen.
B
EU-inwoners mogen in een ander EU-land gaan wonen en werken.
C
Iedereen mag naar de EU komen om spullen te kopen en verkopen.
D
Iedereen mag de EU in- en uitreizen, met handbagage.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de eurozone?
A
Alle landen in Europa
B
Alle landen in de Europese Unie
C
Alle landen die betalen met de euro
D
Nederland, België en Luxemburg

Slide 7 - Quizvraag

Wie maakt wat?
Had je de vragen goed, dan mag je zelfstandig aan de slag. Je maakt paragraaf 7.2 opdracht 24 t/m 28 op blz. 192 t/m 193.


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Tekstslide

VRIJHANDEL
Vrijhandel: je mag producten vrij in- en uitvoeren zonder dat je invoerrechten hoeft te betalen. 

Landen die GEEN lid zijn van de EU hebben dit voordeel NIET

Slide 9 - Tekstslide

Eurozone
Eurozone: landen die de euro als wettig betaalmiddel hebben.
Buiten de eurozone: vreemde voluta oftewel vreemd geld.

Slide 10 - Tekstslide

EUROZONE

Slide 11 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
We maken klassikaal opdracht 26

Slide 12 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig paragraaf 7.2 opdracht 24 t/m 28 op blz. 192 t/m 193.


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na en verbeter je.
Daarna maak je de plusopgaven 10 t/m 12 op blz. 212
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog opdrachten waar je moeite mee hebt?

- kun je uitleggen wat het belang van vrijhandel voor Nederland is?
- kun je uitleggen welke voordelen de euro heeft?




Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk
Huiswerk:
Dinsdag                          
7.2 opdracht 24 t/m 28

Slide 15 - Tekstslide