Online les 2 5VWO par. 2.2 en 2.3 Ruilen over de tijd
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
sociale zekerheid
sociale voorziening
betaald met...
sociale verzekeringen
betaald met...
voorbeeld...
WW en WIA
AOW ANW
sleep de goede letter naar het goede nummer
belastingen
sociale premies
werknemersverzekeringen
volksverzekeringen
Bijstand
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Video
Betalen voor jezelf of voor anderen?
omslagstelsel
kapitaaldekkingstelsel
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
In Nederland hebben alle werkenden recht op minimumloon en pensioen?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
3 Pijlers pensioen
Pijler 3: Zelf gespaard
Pijler 2: Bedrijfspensioen
Pijler 1: AOW uitkering
Slide 10 - Tekstslide
Waardevast of welvaartsvast
Een uitkering is waardevast of welvaartsvast.
Waardevast --> Uitkeringen die aangepast worden aan de inflatie
Welvaartsvast --> Uitkeringen die de loonontwikkeling volgen
Slide 11 - Tekstslide
Twee uitspraken:
I. Een welvaartsvast pensioen houdt in dat de koopkracht is gegarandeerd. II. Als het minimumloon stijgt, stijgt ook het sociaal minimum.
A
Uitspraak I is onjuist, uitspraak II is juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Uitspraak I is juist, uitspraak II is onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Bezuinigen op de AOW-uitkeringen kan door middel van:
A
Overstap van omslagstelsel naar kapitaaldekkingsstelsel in combinatie met een waardevaste uitkering.
B
Overstap van omslagstelsel naar kapitaaldekkingsstelsel in combinatie met een welvaartsvaste uitkering.
C
Overstap van kapitaaldekkingsstelsel naar omslagstelsel in combinatie met een waardevaste uitkering.
D
Overstap van kapitaaldekkingsstelsel naar omslagstelsel in combinatie met een welvaartsvaste uitkering.
Slide 13 - Quizvraag
Iedereen in Nederland heeft een aanvullend pensioen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Op 1 januari van een jaar heeft het pensioenfonds Altijd Beter zijn totale vermogen van € 125 miljard voor 70% belegd in obligaties en voor 30% in aandelen.
Het pensioenfonds heeft op 1 januari een dekkingsgraad van 105%. (dekkingsgraad = (vermogen/toekomstige uitkeringsverplichtingen) × 100%)
Is de dekkingsgraad een stroomgrootheid of een voorraadgrootheid?
A
Stroomgrootheid
B
Voorraadgrootheid
C
Allebei
D
Geen van beiden
Slide 16 - Quizvraag
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad geeft aan of de pensioenfonds in staat is aan de toekomstige uitkeringsverplichtingen te voldoen.
Er zijn verschillende definities / berekeningen, maar in essentie is het:
waarde huidig kapitaal / toekomstige verplichtingen x 100%.