STAP 2: (KLINISCHE) PROBLEEMSTELLING
Wat is nu eigenlijk het probleem?
In deze stap is het de bedoeling dat je kunt aantonen wat feitelijk de problemen zijn.
Lichamelijke (somatische) en mentale (psychosociale) aspecten -> linken aan elkaar.
Welk probleem heeft prioriteit en welke kan op de lange baan geschoven worden.
In deze stap zoeken verpleegkundigen vaak uit welke orgaansystemen worden aangesproken bij dit probleem (bijvoorbeeld het zintuiglijke systeem, het ademhalingsstelsel of het bewegingsstelsel).
Een voorbeeld kan zijn: je patiënt is uit bed gevallen, want hij is nachtblind en kon daardoor niet goed zien. Als prioriteit is het somatische deel: bloed de patiënt actief? Is er schade aan/in het hoofd? Minder prioriteit heeft op dít moment het minder goed kunnen zien in het donker. Dat probleem pak je later aan, wanneer de problemen met de hogere prioriteit zijn bekeken.