KUA_H5_les17_Dans1

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst algemeenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

KUA_H5_les 17: Dans

Slide 2 - Tekstslide

ja of nee
Hofdans is een vorm van theaterdans.

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen lessenserie dans
- Ik weet de herkomst van klassiek ballet uit hofcultuur.
- Ik ken de ontwikkelingen van de dans van gezelschapsdans naar theaterdans.
- Ik ken de belangrijkste kenmerken van klassiek ballet.
- Ik kan een dansvoorstelling analyseren.







Slide 4 - Tekstslide

w-vragen
- wie danst er?
- waar wordt gedanst?
- waarom wordt er gedanst?
- wat wordt er gedanst?

Slide 5 - Tekstslide

wat? Hofdans
- Ideale hoveling kan dansen.
- Gezelschapsdans: voor en door de hovelingen, incl. de vorst.
- Figuurdans: geometrie. 
- Dans onderdeel van een avondvullend uren durend (feest)programma: dans-muziek-toneel-diner

Slide 6 - Tekstslide

soorten dans
- gezelschapsdans: 
zelf meedoen staat centraal. Geen verhaal. 

- theaterdans: klassiek ballet, moderne dans, jazz- en showdans. 
Vaak met verhaal of thema.

Slide 7 - Tekstslide

Dansante middelen
Dans wordt vormgegeven met  behulp van 3 aspecten. 
vraagje tussendoor:

Welke ken je?

Slide 8 - Tekstslide

Dansante middelen
3 dansante middelen:

- Ruimte
- Tijd
- Kracht

RaKeT

Slide 9 - Tekstslide

Ruimte
a. De plaats waar gedanst wordt (heeft invloed op hoe er gedanst wordt).
b. De manier waarop de danser gebruik maakt van de ruimte:
???


Slide 10 - Tekstslide

Ruimte
- patronen/figuren
- richtingen
- blikrichting
- hoogtelagen
- ruimte die het lichaam inneemt.

Slide 11 - Tekstslide

Kracht
Dans kost kracht en inspanning.
De hoeveelheid kracht is van invloed op hoe een beweging overkomt:
-vloeiende bewegingen ogen ontspannen.
-veel spierspanning oogt fel. 

Ook zwaartekracht of het ontkennen daarvan hoort bij kracht.

Slide 12 - Tekstslide

Tijd
a. de duur van de voorstelling zelf.
b. tijd binnen de danscompositie zelf:
- tempo (van heel langzaam tot heel snel, of afwisselend).
- ritme 1-2-3
- herhaling van dansfrases (dansbewegingen), zoals bij populaire gezelschapsdansen.
- freeze - canon - herhaling

Slide 13 - Tekstslide

Dansanalyse
Deel van een dansvoorstelling analyseren, op papier uitwerken.

Beantwoord de volgende vragen:
1. wat? Theaterdans of gezelschapsdans ?
2. hoe? (= vormgeving).
Hoe worden de verschillende dansaspecten ingezet: 
ruimte-kracht-tijd.

Slide 14 - Tekstslide

Exit-ticket
Wat is het belangrijkste dat je in deze les hebt geleerd?
Wat vind je nog lastig?

Slide 15 - Tekstslide