20.2 Opname en transport van water

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

De worteldruk perst waterdruppels (bij lage verdamping) via poriën de bladeren uit = guttatie

De waterpotentiaal op een bepaalde plek, is de optelsom van alle krachten die invloed hebben op de stroomrichting van het water.

Water stroomt richting de plek met de laagste waterpotentiaal.

laag (meer negatief)

hoog (minder negatief)

's Nachts of als de plant uitdroogt, verdwijnt de turgor in de sluitcellen en sluiten de huidmondjes.

De osmotische waarde van de sluitcellen kan worden verhoogd door opname van K⁺-ionen via de celmembraan en de vacuolemembraan. Water volgt dan vanzelf door osmose en er ontstaat turgor.

Licht zorgt voor extra opname K⁺-ionen. Huidmondjes zijn daardoor overdag meestal open.

weinig turgor

veel turgor

Bij te veel water in de bodem gaan (veel) planten dood doordat de wortels 'verdrinken'.

Zet de stappen in de juiste volgorde:

I    De actieve opname van zouten in de wortel stopt.

II   Uiteindelijk stoppen processen als fotosynthese en voortgezette assimilatie.

III  De ademhalingsketen in de mitochondriën loopt vast.

IV  De enzymen in de cellen in de wortel werken niet meer.

V   Door te veel water ontstaat er een zuurstoftekort in de bodem.

VI  Wortelcellen sterven af en gaan rotten.

Bij te veel water in de bodem gaan (veel) planten dood doordat de wortels 'verdrinken'.

Zet de stappen in de juiste volgorde:

I    De actieve opname van zouten in de wortel stopt.

II   Uiteindelijk stoppen processen als fotosynthese en voortgezette assimilatie.

III  De ademhalingsketen in de mitochondriën loopt vast.

IV  De enzymen in de cellen in de wortel werken niet meer.

V   Door te veel water ontstaat er een zuurstoftekort in de bodem.

VI  Wortelcellen sterven af en gaan rotten.

         

V - III - IV - I - VI - II

HUISWERK

Bestudeer 20.2 en 

maak opdrachten 4 t/m 7