- beschrijven wat Inkomenselasticiteit (Ey) van de vraag is.
- de Ey berekenen
- Producten benoemen die een verschillende Ey hebben.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Lesdoel
Na deze les kun je:
- beschrijven wat Inkomenselasticiteit (Ey) van de vraag is.
- de Ey berekenen
- Producten benoemen die een verschillende Ey hebben.
Slide 1 - Tekstslide
Kijk naar het volgende filmpje en noteer het antwoord op de volgende vragen:
Wat is de formule voor inkomenselasticiteit?
Wat is de formule voor procentuele verandering?
Wat zijn inferieure goederen?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Noteer hier de antwoorden die je hebt gevonden:
1. Wat is de formule voor inkomenselasticiteit? 2. Wat is de formule voor procentuele verandering? 3. Wat zijn inferieure goederen?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Soorten goederen
Uitgangssituatie: als het inkomen stijgt, dan neemt de vraag ook toe!
- Luxe goederen
- Noodzakelijk goederen
- Inferieure goederen
- Indifferente goederen
,
Slide 6 - Tekstslide
Reminder
Procentuele verandering
(Nieuw - Oud) x 100% Oud
Slide 7 - Tekstslide
Luxe goederen
De vraag naar deze goederen stijgt relatief sterker dan het inkomen.
Bijvoorbeeld: Vliegreis
Ey > 1
,
Slide 8 - Tekstslide
Noodzakelijke goederen
De vraag naar deze goederen neemt relatief minder snel toe dan het inkomen.
Bijvoorbeeld: Brood, aardappelen, groenten.
0 < Ey < 1
Slide 9 - Tekstslide
Inferieure producten
De vraag naar deze producten neemt af terwijl het inkomen toeneemt. Voorbeelden: Vakantie in Nederland
Ey < 0
Slide 10 - Tekstslide
Indifferente producten
De vraag naar deze producten neemt niet toe of af terwijl het inkomen wel verandert. Voorbeelden: zout
Ey = 0
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Oefenopgave 1
Luxe, noodzakelijk of inferieur goed?
Bij een gemiddeld besteedbaar inkomen van € 30.000 verkoopt een fietsenhandelaar 250 nieuwe fietsen per jaar.
Als dit inkomen stijgt naar € 34.500, stijgt zijn verkoop met 45 fietsen.
Slide 13 - Tekstslide
Bereken de inkomenselasticiteit van de vraag naar nieuwe fietsen.
Slide 14 - Open vraag
Noem drie andere factoren dan het inkomen die van invloed kunnen zijn op de vraag naar fietsen.
Slide 15 - Open vraag
Bereken de inkomenselasticiteit Ey van de vraag naar laptops als het inkomen stijgt van € 30.000 naar € 40.000.
Slide 16 - Open vraag
Oefenopgave 2
Een computerwinkel heeft de volgende inkomensvraagvergelijking opgesteld voor de vraag naar een bepaald type laptops per jaar: qv = 0,04Y – 600.
Hierbij is:
qv = de gevraagde hoeveelheid laptops per jaar
Y = besteedbaar inkomen per persoon per jaar
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de inkomenselasticiteit van de Xiaomi Redmi Go?
Bij een inkomensstijging van 10% daalde de vraag met 6,67%
Slide 18 - Open vraag
Wat voor soort goed is de Xiaomi Redmi Go?
A
Inferieur
B
Noodzakelijk
C
Luxe
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de inkomenselasticiteit van de Samsung Galaxy S10?
Bij een inkomensstijging van 10% steeg de vraag met 6,25%
Slide 20 - Open vraag
Wat voor soort goed is de Samsung Galaxy S10?
A
Inferieur
B
Noodzakelijk
C
Luxe
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de inkomenselasticiteit van de iPhone 11 Pro Max?
Bij een inkomensstijging van 10% steeg de vraag met 20%
Slide 22 - Open vraag
Wat voor soort goed is de Apple iPhone 11 Pro Max 5 G?
A
Inferieur
B
Noodzakelijk
C
Luxe
Slide 23 - Quizvraag
Stel je krijgt meer zakgeld of je gaat meer verdienen met je bijbaan, wat zou je meer of minder gaan kopen? Benoem 3 producten en geef ook aan wat voor soort goed dit is en waarom je er meer of juist minder van koopt.